16 Afstandsbesturing
126 PM5D/PM5D-RH V2 / DSP5D Gebruikershandleiding Gedeelte Bediening
3In het gedeelte CONTROL CHANGE SETUP aan
de linkerkant van het scherm kunt u de manier
bepalen waarop besturingswijzigingen
worden verzonden en ontvangen en
ontvangst en verzending in- en uitschakelen.
Het gedeelte MODE van CONTROL CHANGE
SETUP geeft u de keuze tussen één van de volgende
manieren voor het verzenden en ontvangen van
besturingswijzigingen.
U kunt de knoppen in het gedeelte Tx (verzenden) en
het gedeelte Rx (ontvangen) gebruiken om verzending/
ontvangst van besturingswijzigingen in/uit te
schakelen.
4Selecteer in het gedeelte MIDI SETUP links
boven op het scherm de poort waarop
besturingswijzigingen worden verzonden/
ontvangen en het MIDI-kanaal dat wordt
gebruikt voor verzending en ontvangst.
In MIDI SETUP kunt u met de instellingen van MIDI
PORT de poort selecteren die wordt gebruikt voor
verzending/ontvangst van MIDI-besturingswijzigingen.
U hebt de volgende opties.
Klik op de knoppen / links en rechts van het vak
Tx (verzending) of Rx (ontvangst) om de instelling te
wijzigen en druk op de toets [ENTER] om de instelling
te bevestigen. Gebruik het vak aan de rechterkant om
ook het poortnummer (1–8) te selecteren als u USB of
SLOT 1–4 hebt geselecteerd.
Gebruik het veld MIDI CH om het MIDI-kanaal te
kiezen dat voor verzenden en ontvangen wordt
gebruikt als TABLE [SINGLE] of NRPN is geselecteerd
als de methode voor verzending/ontvangst van
besturingswijzigingen.
Tip
De MIDI-poort en het MIDI-kanaal die voor de verzending/
ontvangst van de besturingswijzigingen worden gebruikt,
kunnen ook in het scherm MIDI SETUP worden bepaald
(
p. 188).
5Gebruik de lijst aan de rechterkant van het
scherm om het MIDI-kanaal en
besturingsnummer weer te geven die u aan
een event wilt toewijzen en klik op die lijn als
TABLE [SINGLE] of TABLE [MULTI] is
geselecteerd als de methode voor verzenden/
ontvangen van besturingswijzigingen.
In deze lijst kunt u het event (handelingen met fader/
codeur, toetshandelingen, enz.) selecteren dat aan elk
besturingsnummer wordt toegewezen. De lijst bevat de
volgende kolommen.
CH (Kanaal)
Geeft het MIDI-kanaal aan waarop de
besturingswijziging wordt verzonden/ontvangen.
Opmerking
U kunt deze kolom gebruiken om meerdere MIDI-kanalen op
te geven, zelfs als TABLE [SINGLE] is geselecteerd als de
methode voor verzending/ontvangst. In werkelijkheid geldt
alleen het MIDI-kanaal voor verzenden/ontvangen dat in het
veld MIDI SETUP is geselecteerd.
CTRL No. (Besturingsnummer)
Geeft het besturingsnummer 1–119 aan. U kunt geen
instellingen bepalen voor nummers 0, 32 of 96–101.
CTRL CHANGE EVENT (Bibliotheeknaam)
Duidt het type event aan/selecteert het type event dat
aan het overeenkomstige kanaal/besturingsnummer is
toegewezen.
Gebruik de schuifbalk aan de rechterkant om het
gewenste kanaal en besturingsnummer weer te geven
en klik op die lijn. De lijn waarop u klikt verschuift
naar het midden en wordt gemarkeerd.
6Klik op de knop in de kolom CTRL CHANGE
EVENT van de huidige geselecteerde lijn om
het venster MIDI CTRL CHANGE te openen en
bepaal de parameter die u wilt toewijzen.
In dit venster kunt u de parameter op drie niveaus
bepalen (modus, parameters 1/2).
7Klik op de knop OK in het venster MIDI CTRL
CHANGE als u klaar bent met instellen.
8Wijs op dezelfde manier events toe aan andere
besturingsnummers.
Als u de parameters gebruikt die u hebt toegewezen op
de PM5D, worden besturingswijzigingsberichten naar
externe apparaten gezonden.
Als de overeenkomstige besturingswijzigingsberichten
van een extern apparaat worden verzonden op het
juiste kanaal, worden de parameters die aan die
besturingsnummers zijn toegewezen, gewijzigd.
NRPN
Als deze knop is ingeschakeld, worden
de PM5D-parameters verzonden/
ontvangen als NRPN-berichten.
TABLE [SINGLE]
Als deze knop is ingeschakeld, worden
PM5D-parameters verzonden/
ontvangen als
besturingswijzigingsberichten op een
enkel MIDI-kanaal volgens de
toewijzingen in de lijst aan de
rechterkant van het scherm.
TABLE [MULTI]
Als deze knop is ingeschakeld, worden
PM5D-parameters verzonden/
ontvangen als
besturingswijzigingsberichten op
meerdere MIDI-kanalen volgens de
toewijzingen in de lijst aan de
rechterkant van het scherm.
MIDI De MIDI IN/OUT-aansluitingen op het
achterpaneel
USB De USB-aansluiting op het achterpaneel
SLOT 14Een I/O-kaart in sleuf 1–4 op het
achterpaneel