PM5D/PM5D-RH V2 / DSP5D Gebruikershandleiding Gedeelte Bediening 59
6
Bewerkingen met uitgangskanalen
Tip
U kunt de codeurs in bovenvermelde status vastzetten door
tweemaal snel op de toets MIX [SEL] te drukken. Druk op een
MIX [SEL]-toets of MATRIX [SEL]-toets om naar de vorige
status terug te keren.
5Als u wilt dat de meters van het paneel het
uitgangsniveau van de MIX-kanalen aangeven,
druk dan op de toets [MIX/MATRIX] in het
metergedeelte.
Tip
De zendniveaus van MIX-kanalen naar MATRIX-bussen
kunnen ook in het scherm worden bewerkt. Zie p. 262 voor
meer informatie.

Signalen van MIX-kanalen naar de

STEREO-bus versturen

U kunt als volgt signalen die worden verzonden van
ingangskanalen naar MIX-bussen, naar de STEREO-bus
uitvoeren.
1Zorg ervoor dat er geschikte signalen van
ingangskanalen naar de MIX-bussen worden
verzonden.
2Druk op de toets [MIX MASTER] in het
gedeelte MIX.
3Schakel de toets MIX [ON] in voor de MIX-
kanalen waarvan u de signalen naar de
STEREO-bus wilt zenden.
4Druk op de toets MIX [SEL] van het kanaal
waarvan u het signaal naar de STEREO-bus wilt
zenden en schakel de toets [TO STEREO] in het
gedeelte SELECTED CHANNEL in.
5Om de pan aan te passen van het signaal dat
wordt verzonden van het MIX-kanaal naar de
STEREO-bus, drukt u op de toets MIX [SEL] van
het gewenste MIX-kanaal en draait u aan de
codeur STEREO [PAN] in het gedeelte
SELECTED CHANNEL.
6Draai aan de MIX-codeur om het signaalniveau
dat naar de STEREO-bus wordt verzonden, aan
te passen.
Tip
U kunt ook de uitgang naar de STEREO-bus in- of
uitschakelen en de pan aanpassen in het scherm MATRIX/ST
ROUTING (functie MATRIX/ST). Indien gewenst kunt u in dit
scherm ook de zendpositie (post-fader of post ON-toets)
wijzigen van het signaal dat wordt verzonden van het MIX-
kanaal naar de STEREO-bus (
p. 264).
7Schakel in de STEREO A/B channel strip de
toets STEREO A [ON] en de toets STEREO B
[ON] in (led licht op).
8Schuif in de STEREO A/B channel strip de
[STEREO A]/[STEREO B]-faders omhoog.
Het signaal van het MIX-kanaal naar de STEREO-bus
wordt van de STEREO OUT-aansluitingen A/B
verzonden.
Het niveau van het uitgangssignaal van de STEREO A/
B-kanalen wordt weergegeven door de [MASTER]-
meters in het metergedeelte.

MIX-kanalen paren

Aangrenzende oneven/even MIX-kanalen kunnen worden
gekoppeld. Als twee MIX-kanalen worden gekoppeld,
worden hun parameters (met uitzondering van pan en
vertraging) met elkaar verbonden.
1Schakel de toets [MIX MASTER] in het
gedeelte MIX in.
2Houd de toets MIX [SEL] van een van beide
aangrenzende oneven/even MIX-kanalen
ingedrukt en druk op de toets MIX [SEL] van
het andere kanaal.
De [PAIR]-led licht op en de MIX-kanalen worden
gekoppeld. De parameters van het kanaal met de toets
MIX [SEL] waarop u eerst hebt gedrukt, worden naar
het kanaal met de toets MIX [SEL] waarop u nadien
hebt gedrukt, gekopieerd.
Als u bijvoorbeeld in de volgorde MIX-kanaal 1 ���
MIX-kanaal 2 op de toetsen hebt gedrukt, worden de
parameters van MIX-kanaal 1 naar MIX-kanaal 2
gekopieerd.
3Als u een paar wilt losmaken, houdt u de toets
MIX [SEL] van een van de gekoppelde MIX-
kanalen ingedrukt en drukt u op de toets MIX
[SEL] van het andere kanaal.
Als MIX-kanalen zijn gekoppeld, wijzigt de
signaalstroom als volgt.
Gebruik de codeurs van het gedeelte
MATRIX om het zendniveau aan te passen
Codeur STEREO [PAN]
Toets [TO STEREO]