PM5D/PM5D-RH V2 / DSP5D Gebruikershandleiding Gedeelte Naslagwerk 163
Gedeelte Naslagwerk
In het gedeelte Naslagwerk worden de functionaliteit en werking beschreven van alle schermen van
de PM5D, onderverdeeld in vier hoofdgebieden: functiemenu, globale functies, uitvoerfuncties en
invoerfuncties.
De volgende afbeelding is een typisch scherm van
de PM5D.
Dit scherm geeft de volgende informatie weer.

Bovenste gedeelte van de

display (altijd zichtbaar)

AFunctienaamindicatie
Geeft de naam van de momenteel in het scherm
geselecteerde functie weer. Door op de knoppen
BACK/FORWARD te klikken, kunt u bladeren door de
acht meest recente schermen die ten minste twee
seconden zijn weergegeven (met uitzondering van
functiemenu's). U kunt het functiemenu ook openen
door op deze functienaamindicatie te klikken. Als het
functiemenu wordt weergegeven, klikt u nogmaals om
terug te keren naar het eerder weergegeven scherm.
BSCENE MEMORY
Hier worden het nummer en de titel van het laatst
opgeslagen of opgeroepen scenegeheugen aangegeven.
Als u een andere scene selecteert, knipperen het
nummer en de titel. Als u de inhoud van een scene
bewerkt nadat u deze hebt opgeslagen, gaat de EDIT-
indicator rechtsboven branden. Als de scene
schrijfbeveiligd is, wordt rechts van de titel een
slotpictogram weergegeven. Alleen-lezen scenes
worden aangegeven met een "R".
Opmerking
U kunt de cursor naar het scenenummer verplaatsen en aan
de [DATA]-encoder draaien om een scene te selecteren.
Als u hier klikt terwijl het nummer en de titel knipperen, wordt
de meest recent opgeslagen of opgeroepen scene
weergegeven.
CNEXT SCENE/NEXT EVENT
Hiermee wordt de scene/gebeurtenis aangegeven die als
volgende wordt opgeroepen met de door de gebruiker
gedefinieerde toetsen of de functie Event List. De hier
weergegeven informatie varieert als volgt, afhankelijk
van de instellingen in het scherm EVENT LIST van de
functie SCENE.
Als de knop DISABLE is ingeschakeld in het scherm
EVENT LIST
Geeft het nummer en de naam aan van de volgende
scene (de scene die wordt opgeroepen als u op een
door de gebruiker gedefinieerde toets drukt die is
toegewezen aan de functie "INC RECALL"). Normaal
gesproken is dit de scene van het nummer dat volgt op
de meest recent opgeroepen of opgeslagen scene.
Als de knop ENABLE [ALL MANUAL] of de knop
[ENABLE] is ingeschakeld in het scherm EVENT LIST
Geeft het nummer en de naam aan van de volgende
gebeurtenis (de scene die als volgende wordt
opgeroepen door de functie Event List). Rechts wordt
de tijd weergegeven totdat de volgende gebeurtenis
wordt opgeroepen (of de voorwaarde waaronder de
gebeurtenis wordt opgeroepen).
Opmerking
De indicatie "MANUAL" betekent dat de gebruiker de
bewerking Next Event moet uitvoeren om de volgende
gebeurtenis op te roepen. (Druk op een door de gebruiker
gedefinieerde toets die is toegewezen aan de functie "NEXT
EVENT RECALL" of klikt op de knop NEXT in het scherm
EVENT LIST.)
Als er een tijd wordt weergegeven, geeft deze de resterende
tijd aan totdat de volgende gebeurtenis automatisch wordt
opgeroepen.
De indicatie "--------" betekent dat er geen gebeurtenis is die
als volgende kan worden opgeroepen.
DPRESENT TIME, TIME CODE, CASCADE/Fs
Klik in dit gebied om door de volgende drie
informatie-items te bladeren. Dit is gekoppeld aan de
instelling UPPER PART DISPLAY in het scherm
PREFERENCE 2 (functie UTILITY).

Informatie op de display

2
3
1
6 7 8 9 J K
4 5
Informatie
op de display
Functiemenu
Algemene
functies
Uitgangs-
functies
Ingangs-
functies
Appendices