PM5D/PM5D-RH V2 / DSP5D Gebruikershandleiding Gedeelte Naslagwerk 269
Informatie
op de display
Functiemenu
Algemene
functies
Uitgangs-
functies
Ingangs-
functies
Appendices
BBustoewijzingen
In dit gebied worden de surroundkanalen aangegeven
die zijn toegewezen aan de MIX-bussen die worden
gebruikt als surroundbussen. U kunt deze instellingen
bewerken door op de knoppen / links en rechts
te klikken.
Als u de toewijzing van surroundkanalen wijzigt, wordt
de MIX-bus waarvan u de kanaaltoewijzing hebt
gewijzigd, verwisseld met de MIX-bus die eerder was
toegewezen aan dat kanaal.
Opmerking
De gebruikte MIX-bussen staan vast voor elke
surroundmodus.
Voor surroundmodus 3-1 kunnen MIX-bussen 1–4 of 9–13
worden gebruikt. Voor surroundmodus 5.1 kunnen MIX-
bussen 1–6 of 9–14 worden gebruikt. Voor surroundmodus
6.1 kunnen MIX-bussen 1–7 of 9–15 worden gebruikt. Andere
MIX-bussen kunnen worden gebruikt als conventionele MIX-
bussen. In het geval van 6.1, worden MIX-bus 8 of MIX-bus
16 echter altijd behandeld als FIXED-bussen.
CINIT (Initialize)
Voor elke surroundmodus worden hiermee de
toewijzingen van surroundkanalen aan MIX-bussen
hersteld in de oorspronkelijke status.
DSURROUND BUS ALLOCATION
Selecteer MIX-bussen 1–8 of 9–16 als het bereik van
MIX-bussen die worden gebruikt als surroundbussen.
EDELAY
Hiermee wordt de vertragingstijd voor elk
surroundkanaal aangegeven in een bereik van
0–1000 msec. De huidige waarde wordt weergegeven
met de twee vakjes onder de knop. (In het bovenste vak
wordt de vertragingstijd in eenheden van een
milliseconde weergegeven en in het onderste vak de
vertragingstijd in de eenheden die zijn geselecteerd in
het scherm MIX 1-24 van de functie OUT DELAY.)
FDELAY ON/OFF
Hiermee schakelt u de vertraging voor elk
surroundkanaal in of uit.
GFADER (Faderniveau)
Past het niveau aan van het signaal dat van het
surroundkanaal naar de overeenkomstige MIX-bus
wordt gestuurd in een bereik van – tot +10 dB. De
huidige waarde wordt in het vak eronder weergegeven.
HCUE
Met deze knop kunt u het surroundkanaal via cues
controleren. Dit wordt gekoppeld met de [CUE]-toets
van het overeenkomstige MIX-kanaal.
ION/OFF (Channel on/off)
Hiermee schakelt u het surroundkanaal in of uit. Dit
wordt gekoppeld met de MIX [ON]-toets van het
overeenkomstige MIX-kanaal.
JNiveaumeter
Geeft het uitgangsniveau van het surroundkanaal aan.
KSurroundkanaal
Dit is de naam van het surroundkanaal.
2 3 4
5 7 8 J
K
6
9