PM5D/PM5D-RH V2 / DSP5D Gebruikershandleiding Gedeelte Naslagwerk 243

Informatie

op de display
Functiemenu

Algemene

functies
Uitgangs-
functies
Ingangs-
functies
Appendices

OUTPUT PATCH-functie

Hier kunt u patchinstellingen maken voor het verzenden
van uitgangskanaalsignalen naar de uitgangen van I/O-
kaarten die zijn geïnstalleerd in de MIX OUT-
aansluitingen en -sleuven, naar de ingang van interne
effecten en naar de 2TR OUT DIGITAL-aansluitingen.
ASELECTED PATCH
Hiermee worden het uitgangskanaalnummer, de naam
en de uitgangspoort aangegeven van het raster waarop
de cursor zich bevindt.
BCH (Uitgangskanaal)
Dit is het nummer en de naam van het uitgangskanaal
(MIX-kanaal, MATRIX-kanaal, STEREO A/B-kanaal,
MONITOR L/R/C-kanaal, CUE L/R-kanaal,
TALKBACK OUT-kanaal, OSC OUT-kanaal) waarvan
het uitgangsdoel wordt gepatcht. Het kanaalnummer
waarop de cursor zich bevindt, wordt gemarkeerd.
Als u op het naamgebied klikt, wordt een venster
weergegeven waarin u een naam kunt toewijzen aan
het kanaal.
Opmerking
Op de PMD5D is dit niet beschikbaar voor de CUE L/R-
kanalen. Op de DSP5D is dit niet beschikbaar voor de
MONITOR L/R/C-kanalen.
CASSIGN
Voor elk uitgangskanaal wordt hiermee aangegeven
hoeveel uitgangspoorten momenteel zijn toegewezen.
DRaster
In dit raster kunt u uitgangspoorten (horizontale rijen)
patchen naar uitgangskanalen (verticale kolommen).
Momenteel gepatchte rasters worden aangegeven met
een symbool. Door op een locatie in het raster te
klikken, kunt u patching instellen/annuleren.
De rode lijnen links en boven geven de rasterlocatie aan
waarnaar u de cursor verplaatst.
Tip
Als PATCH CONFIRMATION is ingeschakeld in het
PREFERENCE 1-scherm (UTILITY-functie), wordt elke keer
dat u probeert een patchinstelling te wijzigen, een
bevestigingsbericht weergegeven. Als STEAL PATCH
CONFIRMATION is ingeschakeld, wordt er ook een
bevestigingsbericht weergegeven als u probeert
patchinstellingen aan te brengen waardoor een bestaande
patch zou worden gewijzigd.
Als u de cursor snel in en uit het raster wilt verplaatsen,
houdt u de [SHIFT]-toets ingedrukt en drukt u op de
CURSOR [
]/[
®
]/[
π
]/[
]-toetsen.
Als u snel binnen het raster naar links of rechts wilt
bewegen, draait u aan de [DATA]-encoder. Om omhoog of
omlaag te gaan, houdt u de [SHIFT]-toets ingedrukt terwijl u
aan de [DATA]-encoder draait.
Opmerking
U kunt een uitgangskanaal patchen naar meer dan één
uitgangspoort, maar u kunt niet meerdere uitgangskanalen
patchen naar één uitgangspoort.
EUitgangspoort
Van boven naar beneden worden in dit gebied het type
uitgangspoort, het id-nummer, het nummer van het
uitgangskanaal en het nummer van toegewezen
uitgangskanalen aangegeven. De volgende typen
uitgangspoorten kunnen worden geselecteerd.
Opmerking
Op de DSP5D kunt u kiezen uit OMNI OUT 1-24, SLOT OUT
1-4 (SLOT OUT 3-4 is de CASCADE OUT-connector) en
FX IN 1-8.
Uitvoerfuncties

OUTPUT PATCH-scherm

OUTPUT PATCH
5
1
2
34
MIX OUT MIX OUT-aansluitingen 1–24
SLOT OUT Uitgangskanalen van een I/O-kaart die zijn
geïnstalleerd in sleuf 1–4
FX IN
L/R-ingangen van interne effecten 1–8 (MIX-
kanalen zijn de enige uitgangskanalen die
kunnen worden geselecteerd)
2TR OUT L/R-kanalen van 2TR OUT DIGITAL-
aansluitingen 1–3