Opnemen Aufnahme Enregistrement

·Herhaal de bovenstaande stappen voor het vastleggen van andere zenders. Gebruik echter iedere keer een andere voorkeuze- toets.

·Herhaal de bovenstaande stappen voor de AM golfband.

·Veranderen van voorkeuzezenders Herhaal de hiervoor beschreven stap 4 nadat op de gewenste zender is afge- stemd.

Opmerkingen:

·Een reeds vastgelegde zender wordt gean- nuleerd als een nieuwe zender met een andere frekwentie op dezelfde voorkeuze- toets wordt vastgelegd.

·Bij gebruik van de afstandsbediening kan de weergave van een AM zender mogelijk gestoord worden.

·Alle voorkeuzezenders worden gewist indien de spanning langer dan 24 uur wordt onderbroken of het netsnoer langer dan 24 uur is ontkoppeld. U moet in dat geval de zenders opnieuw vastleggen.

·Die obigen Bedienschritte für andere Sen- der wiederholen. Jeweils eine andere Senderspeichertaste verwenden.

·Die obigen Schritte auch für AM (MW)- Sender verwenden.

·Änderung der Senderspeicherbelegung

Nach Einstellung des gewünschten Sen- ders den obigen Schritt 4 durchführen.

Hinweise:

·Wird ein Senderspeicher neu belegt, wird die bereits gespeicherte Frequenz auto- matisch gelöscht.

·Bei AM (MW)-Empfang kann die Verwen- dung der Fernbedienung Störgeräusche verursachen.

·24 Stunden nach Abziehen des Netz- kabels, bzw. nach einem Stromausfall von mehr als 24 Stunden werden die Senderspeicherdaten automatisch ge- löscht. In diesem Fall muû erneut eine Senderspeicher-Belegung vorgenom- men werden.

·Répéter le processus ci-dessus pour cha- cune des autres stations, en utilisant une touche de préréglage différente à chaque fois.

·Répéter le processus ci-dessus pour la gamme AM.

·Pour changer les stations préréglées Effectuer l'étape 4 ci-dessus après avoir syntonisé la station voulue.

Remarques :

·La station préréglée précédente est effa- cée quand une nouvelle station est préré- glée car la fréquence de la nouvelle station remplace celle en mémoire.

·Lors de l'écoute d'une émission AM, du bruit peut s'entendre si la télécommande est utilisée.

·Toutes les stations préréglées seront ef- facées si une panne de courant dure plus de 24 heures ou si le cordon d'alimenta- tion est débranché pendant plus de 24 heures. Dans de tels cas, prérégler à nouveau les stations.

Afstemmen op voorkeuzezenders

·De zenders dienen voor deze functie op de voorkeuzetoetsen te zijn vastgelegd.

(Met de toetsen op het hoofdtoestel)

1 Druk op de TUNER/BAND toets.

2 Kies de golfband (FM of AM) met de TUNER/BAND toets.

3 Druk op de PRESET TUNING toets om de gewenste voorkeuzezender te kiezen.

(Met gebruik van de afstandsbediening)

1 Druk op de TUNER/BAND toets.

2 Stel met de TUNER/BAND toets de (FM of AM) golfband in.

3 Druk op de voorkeuzetoets (Nr. 1±Nr. 10,

+10) waarop de te beluisteren zender is vastgelegd.

·Het nummer van de voorkeuzezender en de frekwentie worden op het display aan- gegeven.

Aufruf der Senderspeicher

·Dies ist nur bei mit Senderfrequenzen be- legtem Senderspeicher möglich.

(Mit den Bedienelementen am Gerät)

1 Die TUNER/BAND-Taste drücken.

2 Mit der TUNER/BAND-Taste auf den ge- wünschten Empfangsbereich FM (UKW) oder AM (MW) schalten.

3 Mit der PRESET TUNING-Taste den ge- wünschten Senderspeicher aufrufen.

(Mit der Fernbedienung)

1 Die TUNER/BAND-Taste drücken.

2 Dann mit der TUNER/BAND-Taste auf FM (UKW) oder AM (MW) schalten.

3Die erforderliche Senderspeichertaste (1 bis 10, +10) drücken.

·Senderspeichernummer und Sender- frequenz werden angezeigt.

Syntonisation des préréglages

·Les stations doivent être préréglées avant de procéder à cette opération.

(En utilisant les commandes de l'appareil principal)

1 Presser la touche TUNER/BAND.

2 Sélectionner la gamme (FM ou AM) en utilisant la touche TUNER/BAND.

3 Appuyer sur la touche PRESET TUNING pour sélectionner la station préréglée vou- lue.

(Avec la télécommande)

1 Presser la touche TUNER/BAND.

2 Sélectionner la gamme (FM ou AM) avec la touche TUNER/BAND.

3 Presser les touches de station préréglée voulues (No. 1±No. 10, +10).

·Le numéro de la station préréglée et la fréquence correspondante à la touche pressée sont indiqués.

OPNEMEN	AUFNAHME	ENREGISTREMENT

·Tijdens het opnemen stelt het ALC circuit het opnameniveau automatisch optimaal in; het is niet nodig om zelf het opname- niveau in te stellen.

·Controleer dat het wispreventielipje van de cassette niet is weggehaald.

Opmerking:

Dit toestel is geschikt voor opname en weergave met normaalcassettes. Normaal- cassettes hebben andere karakteristieken dan chroom- en metaalcassettes.

·Der Aufnahmepegel wird automatisch aus- gesteuert. Eine manuelle Aussteuerung ist nicht erforderlich.

·Sichergehen, daû an der Cassette die Sicherheitszungen nicht entfernt sind.

Hinweis:

Der Aufnahme-/Wiedergabeschaltkreis ist für Normalband ausgelegt. Metall- und CrO2-Bänder sind zur Aufnahme ungeeignet.

·En enregistrement, le circuit ALC optimise automatiquement le niveau d'enregistre- ment ; l'ajustement du niveau d'enregistre- ment n'est pas nécessaire.

·Vérifier que la languette de sécurité de la cassette n'est pas brisée.

Remarque :

L'appareil a des caractéristiques d'en- registrement/lecture correspondant aux bandes normales. Les bandes normales ont des caractéristiques différentes des bandes CrO2 ou métal.