2. Plaats de accu goed in de lader.
Accu
Naar stopkontakt
Acculader
3.De laadindicator licht op tijdens het laden.
•Wanneer de accu warm is, zal deze niet worden opgeladen (bijvoorbeeld direct na intensief gebruik).
De oranje
4.Wanneer het opladen is voltooid, zal de laadindicator snel groen gaan knipperen.
5.Als de accu koud of als de accu gedurende langere tijd niet is gebruikt, zal de laadindicator branden. In dit
IV . INDICATORS
Knippert rood
Brandt rood
Knippert snel groen
Brandt oranje
Knippert oranje
geval is de tijd die vereist is om de accu volledig op te laden langer dan de standaard oplaadtijd.
•Als een volledig opgeladen accu opnieuw in de acculader wordt geplaatst, zal het oplaadlampje oplichten. Na enkele minuten kan het oplaadindi- catielampje snel gaan knipperen om aan te geven dat het opladen is voltooid.
6.Als het oplaadindicatielampje niet onmiddellijk oplicht nadat de lader is ingestoken, of als na de normale oplaadtijd het lampje niet dooft, roep dan de hulp in van een erkende dealer.
OPMERKING: • Laat een koude accu (kouder dan 5°C (41°F)), voordat deze wordt opge- laden in een warme omgeving, eerst minimaal een uur in deze ruimte liggen om op temperatuur te komen. Anders is het mogelijk dat de accu niet volledig wordt opgeladen.
•Laat de lader afkoelen wanneer u meer dan twee accu’s na elkaar oplaadt,
•Steek uw vingers niet in de contac- topening wanneer u de lader vast-
pakt.
WAARSCHUWING: • Gebruik geen stroom van een motorgenerator.
•Voorkom dat de ventilatiegaten van de lader en de accu worden bedekt.
•Trek de lader uit wanneer u hem niet gebruikt.
Lader is aangesloten op een stopcontact. Klaar om op te laden.
Aan het opladen
Opladen voltooid
Batterij is warm. Het opladen zal beginnen wan- neer de temperatuur van de batterij is gedaald.
Opladen is niet mogelijk. Stof op de bat- terij of batterij defect.
— 44 —