Using special effects

Digital effect

(1) In CAMERA mode, select D EFFECT in in the menu settings (p. 136).

(2) Select the desired digital effect mode in the menu settings, then press the SEL/PUSH EXEC dial. The indicator lights up and the bars appear. In the STILL and LUMI. modes, the still image is stored in memory.

(3) Turn the SEL/PUSH EXEC dial to adjust the effect as follows:

STILL – The rate of the still image you want to superimpose on the moving image

FLASH – The interval of flash motion LUMI. – The colour scheme of the area in the

still image which is to be swapped with a moving image

TRAIL – The vanishing time of the incidental image

SLOW SHTR – Shutter speed. The larger the shutter speed number, the slower the shutter speed.

OLD MOVIE – No adjustment necessary

The more bars there are on the screen, the stronger the digital effect. The bars appear in the following modes: STILL, FLASH, LUMI. and TRAIL.

MENU

Speciale effecten

Digitale opname-effecten

(1) Kies in de CAMERA stand het onderdeel

D EFFECT onder in het instelmenu (p. 144).

(2) Kies in het instelmenu het gewenste digitale opname- effect en druk op de SEL/PUSH EXEC regelknop. De aanduiding licht op en er verschijnen enkele instelbalkjes. Bij de STILL en LUMI. effecten wordt er een stilstaand beeld in het geheugen vastgelegd.

(3) Draai aan de SEL/PUSH EXEC regelknop om het digitale effect naar wens bij te regelen:

STILL – U kunt de intensiteit van het toegevoegde stilstaande achtergrondbeeld instellen.

FLASH – U kunt de lengte van het interval tussen de stilstaande beelden kiezen.

LUMI. – U kunt het kleurschema kiezen van het gebied in het stilstaande beeld waar de bewegende beelden in verschijnen.

TRAIL – U kunt de tijdsduur voor het vervagen van de nabeelden instellen.

SLOW SHTR – U kunt de sluitertijd kiezen. Hoe hoger het nummer dat u kiest, des te langzamer zal de sluiter werken.

OLD MOVIE – Hierbij verlopen alle instellingen automatisch.

Hoe meer instelbalkjes u op het scherm ziet, des te sterker zal het digitale opname-effect werken. De instelbalkjes verschijnen bij de volgende opname-effecten: dubbelbeeld- opname (STILL), interval-opname (FLASH), helderheidssleutel-opname (LUMI.) en nabeeld-opname (TRAIL).

1

 

 

 

 

MA NU A L

S E T

 

D E F F E C T

 

 

O F F

 

 

 

 

S T I L L

 

 

 

 

F L A S H

 

 

 

 

L UM I .

 

 

 

 

T R A I L

 

 

 

 

S L OW

S H T R

 

 

O L D MOV I E

 

[ ME NU ] : E ND

 

 

 

 

 

2

64

 

 

 

 

 

 

 

 

3

 

 

 

MA NU A L S E T

 

MA NU A L S E T

 

 

MA NU A L S E T

 

D E F F E C T

 

D E F F E C T

 

 

 

P ROGR AM A E

 

 

O F F

 

 

 

 

 

 

 

 

P E F F E C T

L UM I .

 

S T I L L

 

 

 

 

 

 

D E F F E C T

 

F L A S H

 

 

I I I I I I I I I I I I I I I I

 

 

 

A U T O S H T R

I I I I I I I I I I II I I II

 

L UM I .

 

 

L UM I .

 

 

 

R E T URN

 

 

T R A I L

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S L OW

S H T R

 

 

 

 

 

 

 

 

 

O L D

MOV I E

 

 

 

 

 

 

 

 

[ ME NU ] : E ND

 

[ ME NU ] : E ND

 

 

 

 

[ ME NU ] : E ND