5.U kunt de luchtpompen verplaatsen. Ze zitten vast aan de binnenkant met klitteband en kunnen omhoog, omlaag of opzij verplaatst worden. Zostelt u ze bij:
a.Verwijder de
b.Rits de overtrek los en haal hem eraf (NB: De overtrek kan erafgehaald worden zonder het montagemateriaal te verwijderen.).
c.Til het schuimkussen op en stel bij zoals gewenst.
d.Doe de overtrek weer terug.
Het achteroverstellen van de rugleuning
WAARSCHUWING
De posities van de hoek van de rugleuning, de achterwielen, de diepte van het zitvlak en het wielslot zijn direct van invloed op de stabiliteit van de rolstoel. Elke verandering aan een (1) of aan elke combinatie van de vier
(4)kan ervoor zorgen dat de stabiliteit van de rolstoel afneemt. Wees UITERST voorzichtig bij het gebruik van een nieuwe zitpositie.
Verzeker u er ALTIJD van dat de rolstoel stabiel is VOORDAT u de onderste rugleuning naar achteren doet leunen. De achterwielen moeten misschien opnieuw naar achteren geplaatst worden, afhankelijk van de graad van de achteroverhelling. Zorg ALTIJD voor stabiliteit VOORDAT u de maximale achteroverleuning gebruikt. TEST voor de veiligheid de rolstoel VOORDAT hij door de uiteindelijke gebruiker wordt gebruikt.
Om de stabiliteit van de rolstoel vast te houden bij het verplaatsen van de achterwielen naar ELKE voorwaartse positie, MOET de hoeveelheid van de helling beperkt worden om te voorkomen dat de rolstoel op de
De benodigde hoek van de rugleuning MOET bepaald worden VOORDAT de achterwielen weer naar voren worden gezet.
1.Vind de zwarte knop die aan de achterkant van de
2.Doe één van de volgende mogelijkheden:
a.VERGROOT DE HOEK VAN DE ACHTEROVERHELLING - Draai de knop
TEGEN DE KLOK IN.
b.VERKLEIN DE HOEK VAN DE ACHTEROVERHELLING - Draai de knop MET DE KLOK MEE.
| Hoek rugleuning |
| Achterwielen |
| Zitdiepte |
| Wielsloten |
|
|
|
|
|
| ||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoek rugleuning | ● |
| ✓ |
| NVT |
| ✓ |
|
Achterwielen | ✓ |
| ● |
| NVT |
| ✓ |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Zitdiepte | NVT |
| ✓ |
| ● |
| ✓ |
|
Wielsloten | ✓ |
| ✓ |
| ✓ |
| ● |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
NB: Bij het bijstellen van een deel van de linkerkolom volgt u het donkere gedeelte en blijft u bij de ✓ proce- dure om de juiste stabiliteit, veiligheid en behandeling van de rolstoel vast te houden.
HET INSTALLEREN VAN DE NEK- OF HOODSTEUN
NB: Verwijder de bedieningshendel als de facultatieve nek- of hoofdsteun wordt gebruikt.
1.Haal de overtrek eraf.
2.Verwijder de schroef en de bedieningshendel.
3.Lees de Nek- of Hoofdsteuninstructiebladzijde om de steun goed te installeren en in te stellen.
4.Doe de overtrek weer terug.
INSPECTIE- EN SCHOONMAAKINSTRUCTIES
WAARSCHUWING
Stop met het gebruik van dit product als er problemen aan het licht komen. Een juist onderhoud kan uitgevoerd of geregeld worden door uw leverancier.
Inspecteer wekelijks alle delen waaronder montagemateriaal, consoles, bekleding- materiaal, schuim en plastic op vervorming, verroesting, scheuren, slijtage of samen- drukking.
Controleer wekelijks de bevestigingsmiddelen om u ervan te verzekeren dat alle mechanische verbindingen veilig zijn.
Schoonmaakinstructies
HET MATERIAAL VAN DE REGLEUNING. Maak wekelijks schoon met een vochtige doek. Wrijf over de gehele oppervlakte.
12