Gebruik hiervoor geen scherpe of puntige voorwerpen.
Laat uw snelkookpan na een gebruik van 10 jaar door een erkende Servicedienst van TEFAL nakijken.
Voor het reinigen van het drukventielkanaal aan de onderkant van het deksel
•Verwijder het drukventiel (A).
•Controleer of het drukventielkanaal ontstopt en rond. Rei- nig indien nodig met een tandenstoker - Fig 8
Voor het reinigen van het veiligheidsdrukventiel (C)
•Reinig het deel van het veiligheidsdrukventiel aan de on- derkant van het deksel onder de stromende kraan.
•Controleer de werking door lichte druk op de terugslagklep uit te oefenen, deze dient u moeiteloos in te kunnen druk- ken - Fig 12
De afdichtingsring van uw snelkookpan vervangen
•Vervang de afdichtingsring van uw snelkookpan jaarlijks.
•Vervang de afdichtingsring van uw snelkookpan indien deze ingesneden is.
•Gebruik altijd een originele, bij uw model horende, TEFAL af- dichtingsring.
Uw snelkookpan opbergen
• Doe het deksel op de pan.
FR
NL
D
I
SV
FI
Beveiliging
Uw snelkookpan is voorzien van diverse beveiligingen:
•Beveiliging bij de sluiting:
-Indien de pan niet goed is gesloten kan de drukindi- cator niet stijgen en daardoor kan de druk in de snel- kookpan niet oplopen.
•Beveiliging bij het openen:
-Indien de snelkookpan onder druk staat kunt u de pan niet openen. Probeer de snelkookpan nooit uit alle macht te openen.
Laat de drukindicator met rust. Zorg ervoor dat de druk in de pan weer terug gevallen is.
•Twee beveiligingen tegen overdruk:
-Eerste voorziening: het veiligheidsdrukventiel (C) laat
de druk teruglopen waarbij er horizontaal stoom uit het deksel ontsnapt - Fig 13
-Tweede voorziening: de afdichtingsring (I) laat verti-
caal stoom vanuit de rand van het deksel ontsnappen
- Fig 14
Indien een van de beveiligingssystemen tegen overdruk in werking treedt:
•Zet de warmtebron uit.
•Laat de snelkookpan geheel afkoelen.
•Open.
•Controleer en reinig het drukventiel (A), het uitstroomka- naal voor stoom (B), het veiligheidsdrukventiel (C) en de afdichtingsring (I).
DA
EN
NO