NEDERLANDS
ONDERHOUD (vervolg)
Het vervangen van de aandrijfriem (vervolg)
Alleen als de maaimachine uitgerust is met een volledige schijf en messen is het nodig om de
Als de maaier is uitgerust met de “Op één lijn Terugdraai Messen” optie, draai beide messen dan naar achteren totdat de ribbel op het mes de messensteunstang raakt (zie afbeelding 23).
Breng de nieuwe riem aan om de riemschijf van de motor, draai de versnellingsbak zodat de riemschijf zo dicht mogelijk bij die van de motor is. Draai de riem in de groef van de versnellingsbak riemschijf.
Verstel de afstelschroef voor de drijfriem (zie het gedeelte over “Afstelling van de aandrijfriem”) Bevestig de riemafscherming, de vlakke plaatjes en draai de bouten stevig vast.
Breng de
Als de maaier is uitgerust met de “Op één lijn Terugdraai Messen” optie, draai de messen dan terug zodat ze in lijn zijn met de messensteunstang.
Breng de maaier naar beneden zodat alle wielen op de grond staan.
Breng de beschermingsplaat voor het aandrijvingsframe weer aan (zie: “Het aanbrengen van de beschermplaat voor het aandrijvingsframe” in dit hoofdstuk).
Verwijder het aangekoekte grasafval van de schroefkoppen van de riembeschermingsplaat zodat de moersleutel goed past.
Maak de riembeschermingsplaat en de versnellingsbak goed schoon voordat deze weer worden gemonteerd.
Controleer de tandwielen voor slijtage en beschadiging en overtuigt u zich ervan dat ze niet los zitten zonder de riem. Vernieuw als dat nodig mocht zijn.
Er zijn speciale riemen en tandwielen toegepast voor duurzaamheid en het nauwkeurig passen, vernieuw ze dus uitsluitend met originele Rover producten.
Het afstellen van de koppelingen
Aantekening: Deze procedure is alleen nodig in het geval dat de kabelafstelling niet in staat is om voor voldoende aandrijfvermogen te zorgen. Deze afstelling is voor platen die na verloop van tijd zijn uitgesleten.
Houdt rekening met de algemene “Waarschuwing” en “Voorzichtig” aantekeningen aan het begin van het onderhoudshoofdstuk.
VOORZICHTIG
Verwijder de beschermingsplaat voor het aandrijvingsframe (zie: “Het verwijderen van de beschermplaat voor het aandrijvingsframe”) zodat de aandrijf koppelingsplaten en andere afstelpunten zichtbaar worden.
Maak de aandrijfketting volledig los door de kettingregelaar geheel los te draaien (zie afbeelding 24). Maak de aandrijfriem volledig los door de riemregelaar geheel los te draaien (zie afbeelding 25).
Gebruik een geschikte inbussleutel, verwijder de centrale bevestiging en de drukplaat aan het eind van de drijfas (zie afbeelding 26).
Verwijder de twee bevestigingspunten die de buitenste behuizing van de drijfas op zijn plaats houden (zie afbeelding 27). Licht het uiteinde van de drijfas lichtjes op laat de buitenste behuizing van de drijfas naar buiten glijden (zie afbeelding 28). Maak een aantekening welk markeringsteken (op de naaf van de binnenste aandrijfplaat) zich richt op het uiteinde van de sluitrolpen (door de aandrijfas) (zie afbeelding 29).
Verplaats de aandrijfplaten en de aandrijfnok in een uitwaardse richting totdat de binnenste aandrijfplaat vrij is van de draaipen (zie afbeelding 29).
Draai de binnenste aandrijfplaat totdat de draaipen in een lijn ligt met de markering met EEN extra groef dan oorspronkelijk hierboven genoteerd werd. Schuif terug om de aandrijfplaat vast te zetten ten opzichte van de draaipen in de nieuwe positie.
Breng de buitenste behuizing voor de aandrijfas weer aan en schroef deze stevig in de juiste positie.
Breng de centrale bevestiging en de drukplaat weer aan op het uiteinde van de aandrijfas, maak gebruik van het schroefdraadslot van de centrale bevestiging en draai stevig aan.
Stel de aandrijfketting opnieuw af (zie het gedeelte over “Afstellen van de aandrijfketting”). Stel de aandrijfriem opnieuw af (zie het gedeelte over “Afstellen van de aandrijfriem”).
Breng de beschermingsplaat voor het aandrijvingsframe weer aan (zie: “Het aanbrengen van de beschermplaat voor het aandrijvingsframe” in dit hoofdstuk).
Stel de koppelingskabel opnieuw af (zie het gedeelte over “Het verstellen van de aandrijfkabel”).
De merktekens op de naaf van de binnenste aandrijfplaat tonen de posities ‘I’, ‘II’, & ‘III’. Afstelling ‘I’ wordt in het algemeen gebruikt voor een nieuwe aandrijfplaat terwijl afstelling ‘III’ bedoeld is voor een versleten plaat.
Als de kabelaanpassing onvoldoende is wanneer de binnenste aandrijfplaat in positie ‘III’ is moeten de aandrijfplaten vervangen worden.
Reinig en breng nieuw vet aan op de tanden van de buitenste behuizing voor de aandrijfas aan de hendel voor u deze weer in elkaar zet.
™
Rover Mowers Ltd
ABN 11 000 257 303
23
24
25
26
27
28
29
65 | Powered Walk Behind Mower - CE | Part No. 04016218 Rev F | © Copyright 10/2005 |
|
|
|
|