De machine opstellen
•Plaats de machine op een stabiel oppervlak.
•Til de documentsteun omhoog (het deksel) (zie fig 1.1)
•Duw de twee transportvergrendelingen naar binnen (zie fig 1.2)
•Zet de ponshendel zover mogelijk omhoog (zie fig 1.3)
•Zet de inbindhendel zover mogelijk omhoog. Met een veer wordt de inbindhendel een paar centimeter opzij gedrukt, zodat u hem met gemak kunt gebruiken. (zie fig 2)
De
Ponsen met 4 gaten
1 De randgeleider instellen (zie fig 3)
2Ponsen
•Met de ponshendel omhoog, steekt u de vellen in de ponsopening met 4 gaten (maximaal 30 vellen 80 gsm papier). Zorg ervoor dat de vellen plat tegen de randgeleider aan liggen. (zie fig 4)
•Druk de ponshendel naar beneden om te ponsen. Zet de hendel terug in de oorspronkelijke stand. (zie fig 5)
•Verwijder het geponste document.
O
Ponsen met 21 gaten voor draad- en plastic bindruggen (21 gaten, rechthoekig)
1 De randgeleider instellen (zie fig 6)
2 De margediepte instellen (alleen MB 320)
•Zet de knop aan de rechterkant van de ponsopening op de gewenste margediepte. (Met de juiste margediepte is het gemakkelijker om de bladzijden van het document om te slaan.) (zie fig 7)
Maat plastic bindrug | ||||
|
|
|
|
|
Margediepte | 1 | 2 | 3 | 4 |
|
|
|
|
|
3Ponsen
•Met de ponshendel omhoog, steekt u de vellen in de ponsopening met 21 gaten (maximaal 20 vellen 80 gsm papier). Zorg ervoor dat de vellen plat tegen de randgeleider aan liggen. (zie fig 8)
•Druk de ponshendel naar beneden om te ponsen. Zet de hendel terug in de oorspronkelijke stand. (zie fig 9)
• Verwijder het geponste document.
Speciale inbindfunctie
De MultiBind 320 heeft 7 ponsmessen die uitgeschakeld kunnen worden, zodat u papier van verschillend formaat kunt ponsen (bijv. A5).
De ponsmessen verstellen (zie fig 10):
•Trek het doorzichtige deksel naar boven.
•Druk op de knop die bij elk ponsmes hoort (knop omlaag = mes op zijn plaats, knop omhoog = mes uitgeschakeld).
N.B. De messen kunnen alleen uitgeschakeld en weer teruggesteld worden als de ponshendel omhoog staat.
21