H A N D L E I D I N G • T 9 0
hiermede kunt u in deze gids en op Tunturi’s website www.tunturinl vinden.
OVER DE RUIMTE WAAR U TRAINT
•Zorg ervoor dat de ruimte waar u traint goed geventileerd wordt, maar dat het er niet tocht. Dit voorkomt kouvatten.
•Gebruik de looptrainer alleen binnenshuis.
•Plaats de trainer op een zo vlak mogelijke ondergrond, met aan de voorkant en aan de zijkanten minstens 100 cm vrije ruimte en aan de achterkant minstens 100x200 cm. Zorg er ook voor dat er tijdens het gebruik van de loopmat geen kinderen of huisdieren in dit gebied kunnen komen.
•Het is beter om de apparatuur op een extra stuk vloerbedekking of rubberen mat te plaatsen. Bij zware transpiratie is de vloer dan ook makkelijker schoon te maken.
OVER HET GEBRUIK VAN DE APPARATUUR
•Ouders of volwassenen die verantwoordelijk zijn voor kinderen moeten zich altijd realiseren dat de speelsheid en nieuwsgierigheid van kinderen, kan leiden tot situaties waarvoor de apparatuur niet is ontworpen. Gebruik van de apparatuur door kinderen mag daarom alleen plaatsvinden onder supervisie van een volwassene.
•De T90 mag door slechts één persoon tegelijk gebruikt worden.
•Blijf altijd met uw handen uit de buurt van de
band wanneer deze in beweging is. Zorg ervoor dat er zich geen obstakels onder het onderstel van de trainer bevinden en steek geen handen, voeten of voorwerpen tussen bewegende delen.
•Draag tijdens de training de juiste kleding en schoenen. Zorg ervoor dat uw schoenveters goed gestrikt zijn. Gebruik schoenen die alleen binnen worden gedragen. Steentjes, zand en ander vuil afkomstig van buitenschoenen, kunnen extra slijtage en/of storingen veroorzaken.
•Controleer voordat u met de training begint of de looptrainer in orde is. Gebruik de looptrainer nooit indien deze defect is.
•Gebruik de trainer alleen indien de behuizing en de beschermkappen correct zijn aangebracht.
•Laat de mat nooit zonder toezicht lopen.
BEGINNEN MET DE TRAINING
•Om spierpijn te voorkomen, begin en eindig uw training met enkele rek en strek oefeningen. Rek- en strekoefeningen.
•Ga voordat u de looptrainer start wijdbeens staan op de grijze treeplanken, die zich aan weerszijden van de band bevinden en start dan pas de looptrainer. Start de looptrainer nooit terwijl u er op staat.
•Begin de training met lage snelheid en vergroot de snelheid en / of de hoek geleidelijk aan. Dat kunt u doen op gevoel; houd rekening met uw conditie.
•Houdt u altijd, bij het op- en afstappen van de band, of wanneer u tijdens het lopen de bandsnelheid wijzigt, vast aan de handgrepen. Spring nooit van een draaiende loopmat af!
•Houd uw rug en nek recht. Zo voorkomt dat uw
nek, schouders en rug vast gaan zitten en pijn gaan doen. Loop altijd zoveel mogelijk in het midden van de mat en blijf zo ver van de meter af dat deze u niet hindert, maar dat u er wel goed bij kunt.
•Als er tijdens de training storingen aan het apparaat optreden, pak dan de handsteun vast en ga direct wijdbeens staan, met de voeten op de randplaten
van de mat. Schakel de loopmat uit en kijk in de gebruiksaanwijzing bij Storingen.
•Mocht u tijdens het trainen last krijgen van misselijkheid, duizeligheid of ander abnormale verschijnselen, stop dan direct uw training en raadpleeg een arts.
NA IEDERE TRAINING
•Houd niet plotseling op met de training, maar verminder de snelheid geleidelijk aan. Vergeet na de training de cooling down rekoefeningen niet.
•Neem de veiligheidssleutel uit het bedieningspaneel.
•Schakel de stroom uit via de hoofdschakelaar.
•Neem de stekker uit het stopcontact en neem het snoer uit de trainer.
•Met een vochtige doek de looptrainer schoonmaken. Gebruik geen oplosmiddelen.
•Berg het snoer op een veilige plaats op, buiten het bereik van kinderen.
HARTSLAG
Wat uw doel, uw streven ook met het trainen is, u bereikt het beste resultaat door te trainen op een niveau dat u aankunt. Daarvoor is, zoals gezegd, uw hartslag de beste graadmeter.
POLSMETING MET HANDSENSOREN
De polsmeting van de T90 gebeurt met sensoren die in de handsteunen zijn verwerkt en die de pols altijd meten wanneer de gebruiker beide sensoren tegelijktijdig aanraakt. Voor een betrouwbare polsmeting is het nodig dat de huid voortdurend in contact met de sensoren is en dat de huid iets vochtig is. Een te droge of te natte huid is nadelig voor de werking van de polsmeting.
Let er ook op, dat de hartslagmeting aan de pols soms gestoord kan worden door sterke trillingen en dus minder betrouwbaar is, als uw voeten tijdens de training steeds hard op de loopmat neerkomen. Vanwege de veiligheid bevelen wij aan om de polsmeting alleen
te gebruiken bij wandelsnelheden of wanneer u op de randplaten van de mat staat. BELANGRIJK! De bekrachtiging van de polsmeting aan het begin van de meting duurt 8 seconden.
TELEMETRISCHE HARTSLAGMETING
De telemetrische borstbandsensor is het meest betrouwbare systeem, dat werkt met een borstband met meerdere elektrodes waarvan de gemeten waarden draadloos doorgeseind worden naar de monitor. Als u een pacemaker heeft, moet u eerst uw arts raadplegen over het gebruik van draadloze hartslagmeting.
BELANGRIJK! Als u een pacemaker gebruikt, mag u de borstband alleen met toestemming van een arts gebruiken.
40