De kabels vanaf de accu (in de centrale elektrische unit) moeten met een zekering worden beveiligd.
De waterzuiveraar MOET via de pomp worden aangesloten om goed te kunnen werken.
Bedrading
1.Leid de bedrading langs het isolatiemateriaal aan de achterzijde van het product naar buiten. Schroef de spanhendel op zijn plaats. Zie afb. F.
INSTALLATIE
F
Aftapaansluiting | G | |
1. | Leidt de aftapslang door het gat in de vloer, zie afb. G. | |
2. | Plaats de slang op de aftapklep en breng de slangklem |
|
| rond de slang aan. Controleer of de aftapklep is inge- |
|
| drukt en vergrendeld. Zie afb. H. |
|
Wateraansluitingen
De waterzuiveraar moet op de koudwaterleiding worden aange- sloten Om het onderhoud te vergemakkelijken moet een afsluit- klep in de aanvoerslang worden gemonteerd.
1. Plaats een afsluitklep op de inlaatslang. Laat de klep gesloten.
2. Sluit de leiding van het water dat gezuiverd moet wor- H den (vanuit de tank) naar de inlaataansluiting (rechts)
op de waterzuiveraar aan, zie afb. I (A).
3.Verbind de aansluiting voor gezuiverd water (linker aansluiting) van de waterzuiveraar op de drinkwater- kraan, zie afb. I (B). Zet de slangklemmen vast.
Controleer of de slangen overeenkomstig de bovenstaande instructies zijn aangesloten.
De waterzuiveraar installeren
1 | Haak de steun in de bovenkant van de waterzuiveraar. | I |
| Druk op de knop onderin de waterzuiveraar. Zie afb. J. |
|
2. | Plaats het bovendeksel op de waterzuiveraar. |
|
3. | Open de afsluitklep en zet met de veiligheidsschakelaar |
|
| in de elektrische unit de stroom naar waterzuiveraar aan. | (A) |
|
|
(B)
45