Functiekeuze
LET OP:
•Draai niet aan de functiekeuzeknop terwijl het gereedschap in werking is. Dat zal het gereedschap beschadigen.
•Om snelle slijtage aan het keuzemechanisme te vermijden, dient u te zorgen dat de keuzeknop altijd precies goed in de gewenste stand is gezet.
Slagboorstand (Fig. 4)
Voor het boren in beton, metselwerk e.d. draait u de functiekeuzeknop naar de
Hamerstand (trekkerschakelaarstand) (Fig. 5)
Voor
Hamerstand (schakelknopstand)
Voor aanhoudend beitelwerk, afbikwerk of sloopwerk draait u de functiekeuzeknop naar de
Gebruik een puntbeitel, koubeitel of bikbeitel, enz.
(Fig. 7)
OPMERKING:
•Bij gebruik van het gereedschap in de
Koppelbegrenzer
De koppelbegrenzer treedt in werking wanneer het koppel een bepaalde waarde bereikt. De motor wordt dan losgekoppeld van de aandrijfas. In dat geval stopt het bit met draaien.
LET OP:
•Zodra de koppelbegrenzer in werking treedt, schakelt u het gereedschap onmiddellijk uit. Dit om voortijdige slijtage van het gereedschap te voorkomen.
Werkingslampje (Fig. 8)
Het groene
Wanneer het werkingslampje wel oplicht maar het gereedschap niet start, ook al is het ingeschakeld, dan kunnen de koolborstels versleten zijn of kan de regeleenheid, de motor of de
Als een dergelijk verschijnsel zich voordoet, staakt u onmiddellijk het gebruik van het gereedschap en neemt u contact op met uw plaatselijke servicecentrum.
Het rode waarschuwingslampje licht op wanneer de koolborstels bijna versleten zijn, om u te waarschuwen dat onderhoud aan het gereedschap vereist is. Na een bepaalde gebruiksperiode wordt de motor automatisch uitgeschakeld.
INEENZETTEN
LET OP:
•Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en de stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens enig werk aan het gereedschap uit te voeren.
D-handgreep
LET OP:
•Gebruik de
(Fig. 9)
De
Zijhandvat (Fig. 11)
LET OP:
•Gebruik altijd het zijhandvat voor een veilige bediening bij het boren in beton, metselwerk e.d.
Het zijhandvat kan naar beide kanten worden omgeklapt, voor een comfortabel gebruik van het gereedschap in elke stand. Draai het zijhandvat los door het linksom te draaien, klap het in de gewenste stand en draai het dan rechtsom weer vast.
Aanbrengen en verwijderen van het bit
Reinig de bitschacht en breng wat smeervet aan voordat u het bit installeert. (Fig. 12)
Steek het bit in het gereedschap. Draai het bit en druk het aan totdat het vastklikt.
Als het bit niet ingedrukt kan worden, verwijdert u het bit dan. Trek de vrijzetkap enkele malen omlaag. Steek dan het bit opnieuw in. Draai het bit en druk het aan totdat het vastklikt.
Na het aanbrengen dient u altijd te controleren of het bit stevig op zijn plaats zit, door te proberen het eruit te trekken. (Fig. 13)
Om het bit te verwijderen, trekt u de vrijzetkap helemaal omlaag en dan trekt u het bit eruit. (Fig. 14)
Bithoek (voor hak-, afbik- of sloopwerk)
Het bit kan in 24 verschillende hoekstanden worden vastgezet. Om de bithoek te wijzigen, draait u de functiekeuzeknop zo dat de wijzer naar het symbool wijst. Draai het bit naar de gewenste hoek. (Fig. 15)
Draai de functiekeuzeknop zo dat de wijzer naar het symbool wijst. Controleer dan of het bit stevig vast zit door er even aan te draaien. (Fig. 16)
Diepteaanslag
De diepteaanslag is nuttig voor het boren van gaten van gelijke diepte.
Druk de borgknop in en houd die ingedrukt en steek de diepteaanslag in de zeshoekige opening. (Fig. 17)
Zorg dat de gekartelde kant van de diepteaanslag naar de schaalmarkering wijst. (Fig. 18)
Verstel de diepteaanslag door die voor- en achterwaarts te schuiven terwijl u de borgknop ingedrukt houdt. Na het instellen laat u de borgknop los om de diepteaanslag vast te zetten.
OPMERKING:
•De diepteaanslag kan niet worden gebruikt in de stand waarbij de diepteaanslag tegen het tandwielhuis/ motorhuis aan komt.
31