Gebruik van de afstandsbediening na het toewijzen van andere componenten

Druk op de nieuw toegewezen component-keuzetoets. De tiptoetsen voor de nieuwe component verschijnen en u kunt dat apparaat nu gaan bedienen. Overigens wordt hierbij nog steeds de oorspronkelijke componentnaam aangegeven.

(In ons voorbeeld zou het scherm nu het volgende te zien geven.)

Oorspronkelijke componentnaam

De instellingen van een component-keuzetoets overnemen onder een andere toets

U kunt alle instellingen van een component-keuzetoets volledig overbrengen naar een andere component-keuzetoets. De instellingen voor de componentcode (zie blz. 8) en de aangeleerde functies (zie blz. 16) worden daarbij volledig overgekopieerd naar de nieuw gekozen toets.

Opmerking

U kunt de instellingen niet overbrengen naar een component-keuzetoets waarvoor al een nieuw commando is vastgelegd met de aanleerfunctie. (Als u dat probeert, gaat de aanduiding “NG” knipperen.)

Bedieningstoetsen voor een CD-speler

Terugstellen van een component- keuzetoets op de oorspronkelijke instelling

1 Houd de COMMANDER OFF toets ingedrukt en druk daarbij de component-keuzetoets in die u wilt terugstellen.

2 Houd nu de CHANGE toets ingedrukt en druk daarbij opnieuw op dezelfde component-keuzetoets.

Die component-keuzetoets keert dan terug naar de oorspronkelijke fabrieksinstelling.

3 Druk op de COMMANDER OFF toets.

Opmerking

Als u extra bedieningssignalen voor een of

meer toetsen hebt overgenomen met de

 

 

“aanleerfunctie” (zie blz. 16) na het toewijzen

 

 

van een andere component aan de component-

 

 

keuzetoets, dan zult u met de twee stappen

 

 

hierboven slechts de “aangeleerde” functies

 

 

wissen. In dat geval herhaalt u daarna stap 2

 

 

om de component-keuzetoets terug te stellen

 

37

op de oorspronkelijke instelling.

wordt vervolgd

 

 

NL