1Houd de COMMANDER OFF toets ingedrukt en druk daarbij de 2+ en de 2– volumetoetsen allebei in.

De volumeregeling voor de video- apparatuur (TV, VCR1, 2 en 3, SAT/ CBL en DVD) wordt overgeschakeld naar het aangegeven toestel (AMP of TV).

Bij instellen op de versterker-volumeregeling

Bij instellen op de TV- volumeregeling

Opmerkingen

Als u voor de 2 volumetoetsen en de % dempingstoets voor bepaalde componenten een nieuw signaal hebt overgenomen of “aangeleerd”, zal de bovenstaande procedure de functie van de 2 volumetoetsen en de % dempingstoets niet veranderen.

Als u voor de 2 volumetoetsen en de

%dempingstoets voor de TV of AMP stand een nieuw signaal hebt overgenomen, zal dat nieuwe signaal alleen worden doorgegeven wanneer u voor de bediening van de TV of de versterker (AMP) hebt gekozen. Bij de bediening van andere componenten zult u zonder probleem wel het geluid van de TV of de versterker (afhankelijk van de bovenstaande instellingen) kunnen regelen. Voor gebruik van het nieuw aangeleerde signaal zult u elke toets afzonderlijk moeten programmeren voor elke te bedienen component, met behulp van de aanleerfunctie (zie blz. 16).

Uitvoeren van een reeks bedieningsfuncties

— System Control functies

Voor de SYSTEM CONTROL toetsen kunt u een hele reeks bedieningsfuncties achtereen programmeren, om ingewikkelde functies volautomatisch te starten met een enkele toets.

Ook voor de meest algemene dingen, zoals het afspelen van een videoband, kan al een reeks handelingen nodig zijn.

Bijvoorbeeld:

1TV inschakelen.

2Videorecorder inschakelen (VCR1)

3Versterker inschakelen.

4Ingangskeuzeschakelaar van de versterker instellen op VIDEO 1.

5Ingangskeuzeschakelaar van het TV- toestel instellen op VIDEO.

6Afspelen van de videoband.

Voor elk van de SYSTEM CONTROL toetsen, 1, 2 en 3, kunt u 16 achtereenvolgende bedieningsfuncties programmeren.

Als u een bedieningsreeks programmeert voor een component-keuzetoets (zie blz. 28), dan zal de uitvoering van de geprogrammeerde functies pas beginnen wanneer u de component-keuzetoets langer dan 2 seconden ingedrukt houdt.

Tijdens het uitvoeren van een bedieningsreeks zal telkens bij het doorgeven van het volgende commando de bijbehorende toets worden aangegeven.

wordt vervolgd

23

 

NL