Instellen van de code voor vaste audio/video-apparatuur (vervolg)

Opmerkingen

Als u een codenummer invoert dat niet voorkomt in de bijgeleverde lijst met “Component-codenummers”, laat de afstandsbediening na indrukken van de ENTER toets een pieptoon horen en gaat de aanduiding “NG” knipperen. In dit geval controleert u het codenummer en probeert u het opnieuw.

Als het invoeren wordt onderbroken en er verstrijken meer dan 2 minuten tussen twee stappen, dan vervalt de instelprocedure. Dan zult u voor het invoeren van de code opnieuw op de % dempingstoets moeten drukken terwijl u de COMMANDER OFF toets ingedrukt houdt.

Controleren welk codenummer er is ingevoerd

Druk op de DISPLAY toets in de stappen 3 t/m 5. Het codenummer en de aanduiding “ENTER” verschijnen dan tweemaal achtereen.

Controleren of het codenummer werkt

1Druk op de component- keuzetoets voor het apparaat dat u hebt ingesteld.

De afstandsbediening wordt ingeschakeld en de tiptoetsen voor het apparaat verschijnen op het scherm.

2Schakel het te bedienen apparaat in met de aan/uit-schakelaar op het apparaat zelf.

3Richt de afstandsbediening op het voorpaneel van het apparaat en druk op de 1 aan/uit-toets in het tiptoetsenscherm.

Tijdens het verzenden van het bedieningssignaal verschijnt het symbool op het scherm.

Nu hoort het apparaat te worden uitgeschakeld.

10

NL