Gegevensuitwisseling tussen afstandsbedieningseenheden (vervolg)
4Druk op cijfertoets 1.
1:Alle gegevens van de afstandsbediening
2:Gegevens van een component- keuzetoets
5Controleer of de andere afstandsbediening gereed is voor ontvangst.
(Zie voor het instellen van de afstandsbediening voor ontvangst de aanwijzingen op blz. 43.)
6Druk op de “ENTER” toets.
Bij het overzenden van de gegevens dooft nu telkens de naam van de betreffende component. Als alle gegevens naar behoren zijn verzonden, dooft de verlichting van het scherm.
Opmerking
Als de aanduiding “NG” op het scherm verschijnt tijdens het verzenden van de gegevens, ga dan terug naar stap 5 en probeer het nog eens, of druk op de COMMANDER OFF toets om het verzenden te annuleren.
42
Opmerking
Controleer zorgvuldig of de andere afstandsbediening gereed is voor de ontvangst van gegevens.
De gegevens van een
De gegevens van een component- keuzetoets van deze afstandsbediening (de instellingen en aangeleerde signalen voor de knoppen en tittoetsen) kunnen worden overgebracht naar de
4Druk op cijfertoets 2.
5Druk op de component- keuzetoets waarvan u de gegevens wilt overzenden.
6Controleer of de andere afstandsbediening gereed is voor ontvangst.
(Zie voor het instellen van de afstandsbediening voor ontvangst de aanwijzingen op blz. 43.)
NL