NL | BESTRURING VIA PC |
NL
Instellingen RS232C
Deze monitor kan worden ingesteld via de
Serie-interface specificatie
Overdrachtsspecificatie
1.Overdrachtssnelheid: de initiële instelwaarde is 19200
2.De overdrachtssnelheid kan in de servicestand worden veranderd.via het installatiemenu worden veranderd (zie hieronder).
Aansluiting
Voor een verbinding tussen een computer en de
Communicatievoorschriften
De
Er zijn twee soorten opdrachten:
Functieuitvoering opdracht b.v. Co5[CR] (table op pagina 63) Statusbericht opdrachten b.v. “CR0 [CR] (zie tabel op pagina 63)
Schermadres in RS232-stand instellen
Druk op de groene toets op de afstandsbediening en houd deze gedurende 5 seconden ingedrukt voor toegang tot de lnstallatie
stand.
Een nieuw scherm verschijnt.
Elk scherm kan van een specifiek adres worden voorzien, bij voorbeeld 007, waarmee het scherm individueel bediend kan worden zonder invloed te hebben op andere computergestuurde schermen.
Adresformaat opdracht
De adresformaat opdracht wordt gebruikt voor het bedienen van meerdere schermen vanaf één computer via de RS232C opdrachtregel. Als u het schermadres op ‘000’ instelt dan reageert het nooit op een adresopdracht van de computer.
Als het adres van de computer ‘FFF’ is dan voeren alle schermen de opdracht uit.
De adresformaat opdracht wordt gedefinieerd door één opdracht, één regel,
die met ‘A’ begint en eindigt met een wagenterugloop (0 x 0D). Het scherm begint te decoderen na de ontvangst van een wagen terugloop (0x0D).
Een adres wordt aan een bedieningsopdracht toegevoegd (zelfde als een adresopdracht).
Voorbeeld: Functieuitvoering opdracht:
“A001C05” [CR] betekent dat het adres 001 en de bedieningsop dracht C05 is.
Statusbericht opdracht
“A001CR0”[CR] betekent dat het adres 001 en de opdracht CR0 is. Het scherm kan zijn eigen adres in het optiemenu van het installatie instellen (zie hierboven). Het adresbereik is 000 – 999. Het standaardadres is
000.
De transmissiesnelheid geeft het systeem voor de overdrachtssnel heid van de gegevens van de computer naar de
Installatiemenu
Met deze
■Programmapositie bij aanzetten.
Instelprocedure
1.Houd de toets groen op de afstandsbediening ingedrukt en dan op de knop 5 op de
2.Druk op de toets 5 of 6 om de lnstallatiefunctie te selecteren en de toetsen 1 of 2 om tussen de functies te wisselen.
■Programma AAN
Selecteer programma AAN met de toets 5, selecteer de gewenste programmapositie met behulp van de toetsen 1 of 2.
OFF / AV1/ RGB /AV2/ AV3/ DVI/PC
Druk op de toets Menu om het menu te verlaten.
■Max.volume
Max. volume selecteren met de 6 toets, de 1 of 2 toetsen gebruiken om het maximum volume in te stellen.
■OSD
Selecteer OSD gebruikend 6 dichtknopen, selecteren BIJ/VAN het gebruiken van de 1 of 2 knopen.Wanneer u UIT selecteert, wordt OSD gedeactiveerd. OSD weer instellen: druk op de groene knop van de afstandsbediening en houd deze ingedrukt om weer naar het installatiemenu te gaan en 'OSD AAN' te selecteren.
■Wintermodus
Deze functie kan worden geactiveerd om de beeldprestaties te garanderen wanneer de
Gebruik de knoppen e of d om de wintermodus te selecteren. Zodra deze is gemarkeerd, kunt u AAN of UIT selecteren door te drukken op de knop 2 .
Belangrijk: U mag de
■Vergrendeling afstandsbediening
U kunt voorkomen dat de afstandsbediening per ongeluk wordt inge- drukt door Uitgezochte Remming te selecteren RC gebruikend de e of dknoop. Druk knoop 1 of 2. of WEG te selecteren.Wanneer de afstandsbediening is vergrendeld en er een knop van de afstandsbediening wordt ingedrukt, verschijnt er een vergrendelsymbool op het scherm.
Om de afstandsbediening weer te ontgrendelen, drukt u langer op de groene knop en selecteert Afstandsbediening vergrendelen UIT.
■Kinderslot
U kunt ongewenste bediening van de
Selecteer Instelling met de toets e of d. Druk op de toets 1 om het instellingenmenu op te roepen.
Wanneer de stroomvoorziening wordt onderbroken, wordt deze func- tie geannuleerd.
38