
H A N D L E I D I N G • T 8 0 / F T 8 5 / F
00
4.Druk de
5.U kunt het snelheidsniveau van het profiel telkens met 5 % naar boven of naar beneden op schaal aanpassen.
6.Door tijdens de training de
7.Na afloop van het profiel stopt de loopmat automatisch. U kunt de training in het geheugen opslaan (zie bij Geheugenfunctie).
PROFIELEN
PROFIEL 1 (Hill Walk). Profiel met regelmatige wijzigingen van de helling en een gelijkmatig, flink wandeltempo. Het profiel is geschikt voor beginners en actieve wandelaars. Met standaardinstellingen is de gemiddelde snelheid 5,2 km/h en de topsnelheid 5,8 km/h, de gemiddelde helling is 2,7 %.
PROFIEL 2 (Hill Jog). Profiel met afwisselende helling en tamelijk gelijkmatig, licht jogtempo. Het profiel is geschikt voor beginners en om de conditie op peil te houden. Met standaardinstellingen is de gemiddelde snelheid 6,9 km/h en de topsnelheid 7,2 km/h, de gemiddelde helling is 1,9 %.
PROFIEL 3 (Hill Run). Profiel met gelijkmatige en lichte helling en een gelijkmatig afwisselend flink hardlooptempo. Het profiel is geschikt voor hardlopers. Met standaardinstellingen is de gemiddelde snelheid 11,6 km/h en de topsnelheid 12,5 km/h, de gemiddelde helling is 1,8 %.
PROFIEL 4 (Rolling Hills). Afstandsprofiel: u kunt de lengte van het profiel in kilometers instellen. Het profiel is vooral bedoeld voor training in deze tak van sport, maar zorgt ook voor afwisseling bij de conditietraining. De maximale afstand is 42 km. Met standaardinstellingen is de afstand 3 km, instelbaar in stappen van 1 km. De hellingsinstellingen zijn van het intervaltype, de gemiddelde helling is 2,4 %.
PROFIEL 5 (Fatburner 1). Hartslagprofiel met lage intensiteit, gebaseerd op gelijkmatig toe- en afnemen van de hartslag. Het profiel is geschikt voor gewichtsbeheersing. Met standaardinstellingen is de gemiddelde hartslag 114, maximaal 125.
PROFIEL 6 (Fatburner 2). Hartslagprofiel met middelzware intensiteit, gebaseerd op toe- en afnemen van de hartslag in intervallen. Het profiel is geschikt voor conditietraining en gewichtsbeheersing. Met standaardinstellingen is de gemiddelde hartslag 122, maximaal 136.
PROFIEL 7 (Cardio). Hartslagprofiel met middelzware intensiteit, gebaseerd op gelijkmatig toe- en afnemen van de hartslag, de hartslag blijft bijna de hele tijd rond de
PROFIEL 8 (Fit). Hartslagprofiel met zware intensiteit, gebaseerd op gelijkmatig toe- en afnemen van de hartslag. De hartslag blijft bijna de hele tijd rond de
POSITION SPEED CONTROL (PSC)
In de functie Position Speed Control (PSC) regelt u de snelheid van de loopmat door uw plaats op de mat te veranderen. De snelheid van de loopmat verhoogt, als u zich naar voren beweegt, en ze verlaagt, als u zich naar achteren beweegt, en ze blijft dezelfde, als u zich op het middenvlak van de loopmat blijft voortbewegen.
BELANGRIJK! Het gebruik van de
BELANGRIJK! Maak de klem van de veiligheidssleutel altijd zorgvuldig aan uw hemd vast als u de PSC- functie gebruikt. Regel de lengte van de snoer van het veiligheidssleutel zo, dat het zich van de meter losmaakt, als u te ver naar achteren gaat.
BELANGRIJK! Als u met behulp van de
1.Begin het gebruik van de
2.Op het display komt de tekst PSC ON (functie aan) of PSC OFF (functie uit), afhankelijk van de laatste instelling van de meter. Stel in PSC ON met de pijltoetsen en druk op ENTER.
3.Op het display verschijnt de tekst PRESS ENTER TO CALIBRATE PSC OR START TO EXIT (Druk op ENTER om naar de
of op START als u niets meer wilt instellen). Ga in het midden van de mat staan. Ongeveer 10 cm voor dat punt zal de mat sneller gaan en ongeveer 20 cm achter dat punt zal de mat langzamer gaan. Druk ENTER, waardoor op het display verschijnt de tekst PLEASE WAIT 8 en de meter uw loopafstand meet op basis van het hartslagsignaal. Als de meting van 8 seconden voorbij is, verschijnt er op de display de tekst CALIBRATION READY PRESS START (instelling gereed, begin functie met
4.Indien de meter niet op het hartslagsignaal reageert
82