NL
Xpelair Toilet- en badkamerventilator s DX100, DX100PC, DX100T, DX100H, DX100HP DX100PIR
&DX100VTD installatie- en werkingsinstructies
Laat deze instructies bij de ventilator liggen ten vordele van de gebruiker.
Als u geen kernboor ter beschikking hebt:
4b. Boor een centraal gat rechtstreeks door de muur.
5.Snijd het gat maar zorg ervoor dat u niet helemaal door de muur snijdt. (De aanbevolen methode is een aantal gaatjes dicht bij elkaar te boren rond de rand van de snijlijn en de baksteen tussen de gaatjes te verwijderen met een beitel).
6.Ga naar buiten en maak een gat in de buitenmuur door de bovenstaande methode te herhalen.
7.Snijd de buizen op de juiste lengte af indien nodig. De bijgeleverde muurbuis is telescopisch en kan uitgerekt worden tot maximaal 300mm.
8.Zorg er bij het installeren van de buizen voor dat ze schuin aflopen (weg van de ventilator) om inkomend regenwater naar buiten te draineren.
9.Repareer het gat. Zorg ervoor dat de mortel hard is vooraleer u verder gaat met het installeren van de ventilator.
Bij installatie in een venster of paneel
1.Maak een gat met een diameter van 125mm of gebruik een ruit die speciaal werd gesneden als u de ventilator in een venster monteert.
2.Het centrum van het gat moet minstens 110mm verwijderd zijn van de rand van het paneel of de ruit.
Bij installatie in een ventilatieschacht.
1.Zorg ervoor dat er geen verborgen buizen of kabels aanwezig zijn in de ventilatieschacht. Raadpleeg een deskundige als u twijfelt.
2.Maak een gat met een diameter van 110mm in de zijkant van de schacht.
3.Als de schacht een spouwmuur heeft, gebruik dan de muurbuis om de spouw te overbruggen.
4.Monteer de buizen en de condensatiefilter indien nodig. De condensatiefilter moet zo dicht mogelijk bij de ventilator geïnstalleerd worden.
Bij installatie in het plafond
1.Zorg ervoor dat er geen verborgen buizen of kabels aanwezig zijn in het plafond/ de balken enz. Raadpleeg een deskundige als u twijfelt.
2.Maak een gat met een diameter van 115mm.
De ventilator voorbereiden voor installatie
Verwijder het voorste deksel door met een 3mm schroevendraaier op de grepen aan de kanten van het apparaat te drukken en tegelijkertijd het voorste deksel naar voren te trekken L
De ventilator in het gat monteren
Voor werk boven het gelijkvloerse moeten de nodige veiligheidsmaatregelen in acht genomen worden.
Bij installatie in een muur, plafond of ventilatieschacht
Teken de positie van de achterplaat aan B
1.Houd de achterplaat in de volgende positie: het klemblok staat tegenover u in de linkerbovenhoek en de rand wijst in de richting van het gat.
2.Stop voorzichtig de rand in de muurbuis/ plafond of ventilatieschacht.
3.Pas de positie van de achterplaat aan zodat hij waterpas is.
4.Markeer de posities van de drie bevestigingsgaatjes in de achterplaat op de muur/ plafond of ventilatieschacht.
5.Verwijder de achterplaat van het buiswerk.
6.Boor gaatjes in deze posities indien nodig en gebruik, indien nodig, muurpluggen.
De achterplaat monteren C
1.Druk de geribbelde pakking (RG100) aan op de rand van de achterplaat 1
2.Bij installatie in een plafond of ventilatieschacht: druk het stuk telescopische muurbuis met de grootste diameter aan op de geribbelde pakking. Snijd, indien nodig, eerst de buis af op de gewenste lengte.
3.Als u de ventilator van de achterkant bedraadt, verwijder dan de uitsnijding. Schuif de elektrische kabel door het daarvoor bestemde gat in de achterplaat naar de poolklemmen D.
4.Als u de ventilator van de bovenkant bedraadt, laat de kabel dan vrij om in het l labyrint te passen.
5.Steek de rand van de achterplaat in de muurbuis/ plafond of ventilatieschaft zoals voorheen.
6.Bevestig de achterplaat aan de muur/ plafond of ventilatieschacht met de geschikte hechtingen. Als u schroeven gebruikt, zorg er dan voor dat u ze niet te vast aandraait.
De achterste tochtklep monteren
1.Pel de achterkant van de bijgeleverde schuimrubberen strook af en bevestig deze rond de buitenkant van de rand van de achterste tochtklep.
2.Ga naar buiten. Houd de bovenste en onderste vinnen open en steek de rand in de muurbuis.
3.Zorg ervoor dat de achterste tochtklep waterpas is en teken de posities van de twee bevestigingsgaatjes aan in de rechterbovenhoek en de linkerbenedenhoek.
4.Neem de achterste tochtklep weg van de muurbuis.
5.Boor gaten in deze posities en gebruik de overblijvende muurpluggen.
6.Houd de bovenste en onderste vinnen open, monteer opnieuw de achterste tochtklep en maak hem aan de muur vast met de puntige
22