9
LPERSOONLIJKE TRAINER: Druk op deze toets voor aanvullende trainingsopties, inclusief aangepaste
trainingen die door een trainer of staflid van de fitnessclub zijn ontworpen. Zie hoofdstuk 5, Optionele
instellingen, voor informatie over het ontwerpen van aangepaste trainingen. Met deze toets hebt u toegang
tot de volgende trainingen en doelen:
CROSS-TRAIN AEROBICS FIT TEST
PERSOONLIJKE TRAINER (1-6) DOEL: AFSTAND
DOEL: CALORIEËN
MHEUVELPLUS: Druk op deze toets om de HEUVEL PLUS trainingen te kiezen, waarin de
intensiteitsniveaus met vastgestelde patronen toe- en afnemen. Met deze toets hebt u toegang tot de
volgende trainingen:
• HEUVEL • CASCADES
OM DE WERELD SNELHEIDSTRAINING
KILIMANJARO • HEUVELTJES
• INTERVAL
NAFKOELING: Trainingsprogramma's eindigen automatisch met de afkoelingsmodus, die het
intensiteitsniveau verlaagt. Druk op elk gewenst moment tijdens de training op AFKOELING om
onmiddellijk op de afkoelingsmodus over te gaan. Tijdens deze fase van een training begint het
lichaam met de afvoer van melkzuur en andere opgehoopte bijproducten, die zich tijdens de training in
de spieren ophopen en mede oorzaak van spierpijn zijn. Het bedieningspaneel past het
afkoelingsniveau van elke training automatisch aan de prestaties van de betreffende gebruiker aan.
OHet scherm TRAININGSPROFIEL: Dit scherm geeft vormen weer, bestaande uit lichtkolommen, die de
intensiteitsniveaus van een aan de gang zijnde training voorstellen. De hoogte van de meest linkse
kolom in het venster is evenredig met het actuele intensiteitsniveau.
Tijdens een training voor VETVERBRANDING, CARDIO, HARTSLAG HEUVEL, HARTSLAG
INTERVALof EXTREME HARTSLAG, waarbij een Polar®hartslagborstband of de Lifepulse-sensors
gedragen moeten worden, staat op het scherm TRAININGSPROFIEL een knipperend hartje om het
hartslagsignaal van de gebruiker te vragen. Als het bedieningspaneel geen signaal waarneemt,
verschijnt op het BERICHTENCENTRUM de prompt “HARTSLAG NODIG - PLAATS HANDEN OP
SENSORS OF GEBRUIK TELEMETRIEBAND”. Als het bedieningspaneel het signaal niet binnen drie
minuten krijgt, wordt de training automatisch omgezet in een MANUEEL programma.
PBERICHTENCENTRUM: Op dit scherm vindt u stapsgewijze instructies voor het instellen van de
training. Tijdens de training worden gegevens over de voortgang van de training weergegeven:
Hartslag: de waargenomen hartslag als de gebruiker de borstband draagt of de
Lifepulse-sensors vasthoudt.
Afstand: de totale afgelegde afstand in kilometers (of mijlen).
Snelheid: de trapsnelheid in kilometer per uur (of mijlen).
Calorieën: het aantal sinds het begin van de training verbrande calorieën.
Als het BERICHTENCENTRUM hiervoor geprogrammeerd is, worden één of meer van de volgende drie
waarden weergegeven wanneer het intensiteitsniveau tijdens de training verandert:
Calorieën per uur: het aantal per uur verbrande calorieën.
Watt: inspanningsniveau in Watt. Watt is een eenheid van vermogen of de weergave van de
mechanische arbeid per tijdseenheid.
METs: inspanningsniveau in METs. METis een manier om de inspanning van het menselijk
lichaam in een rustsituatie, of een metabolisch equivalent, uit te drukken; één METis ongeveer
gelijk aan de stofwisseling van een rustend persoon.