NEDERLAND
Op deze manier is het apparaat geprogrammeerd om de van u gewenste koffiehoeveelheid te laten uitlopen.
8AFGIFTE VAN HET WARME WATER
Opgelet: aan het begin kunnen zich kort warm waterspatten voordoen:
gevaar voor verbrandingen.
De uitlooppijp voor het warme water kan hoge temperaturen bereiken: vermijd deze met de handen aan te raken.
•Controleer dat de groene lampjes voor de warmtegraad (23 en 24) continu branden vooraleer het warme water te laten uitlopen. Met het apparaat klaar voor de
•Plaats een kopje(s) of een reservoir onder de warm waterpijp/stoompijp (fig.15).
•Open de knop tegen de wijzers van de klok in, zoals in fig.15 aangeduid.
•Neem de verlangde warm waterhoeveelheid; draai de knop met de wijzers van de klok mee om de uitloop van het warme water te stoppen. Het apparaat keert terug in de normale werking.
9STOOMAFGIFTE / VOORBE- REIDING VAN DE CAPPUCCINO
De stoom kan worden gebruikt om de melk voor de cappuccino te kloppen, maar ook voor het verwarmen van
dranken.
Gevaar voor verbrandingen!
Aan het begin van de distributie kunnen zich kort warm waterspatten voordoen.
De distributiepijp kan hoge temperaturen bereiken: een direct contact met de handen vermijden.
Met het apparaat klaar voor de
•Voor stoomgebruik: wachten tot de groene led voor de warmtegraad (25) continu brandt. Dit duidt het bereiken van de juiste werkingstemperatuur aan.
•De stoompijp (14) boven de lekbak brengen, de knop (16) “warm water/stoom” gedurende enkele ogenblikken openen, zodat het resterende water uit de stoompijp vloeit; na een korte tijd loopt er enkel stoom uit.
•Sluit knop (16).
•Vul de maatbeker met 1/3 koude melk, die voor de bereiding van de cappuccino gebruikt wordt.
Gebruik koude melk en een koud kopje, om een goed resultaat in de voorbereiding van de cappuccino te
bekomen.
•Plaats de stoompijp in de te verwarmen melk en open knop (16); laat de maatbeker langzaam van beneden naar boven draaien om de schuimvorming gelijk te maken (fig.16).
•Sluit knop (16), na de stoom gedurende de gewenste tijd gebruikt te hebben.
•Hetzelfde systeem kan voor de verwarming van andere dranken gebruikt worden.
•Reinig de stoompijp met een vochtige doek na deze bewerking (fig.17)
9.1 Overgang van stoom naar koffie
•Voor koffie afgifte, na de keuze van de stoomfunctie, dient opnieuw toets (25) gedrukt te worden.
•Gedurende de overgang van de stoomdistributie naar de koffie afgifte, knipperen de led (23), (24) en (25) gelijktijdig en duiden aan dat het apparaat oververhit is en geen koffie kan distribueren.
•Voor de koffie afgifte is het noodzakelijk de knop Stoom (16) tot de uitschakeling te draaien, zodat enkel de led voor de warmtegraad (23) en (24) ingeschakeld blijven.
10 REINIGING EN ONDERHOUD
Algemene reiniging.
•De reiniging en het onderhoud kunnen enkel bij een afgekoeld en afgekoppeld apparaat
uitgevoerd worden.
•Dompel het apparaat niet in water en reinig de onderdelen niet in de afwasmachine.
•Gebruik geen scherpe voorwerpen of bijtende producten (oplosmiddelen) voor de reiniging.
•Droog het apparaat en/of de componenten ervan nooit in een magnetronoven en/of een traditionele oven.
•Het wordt aanbevolen het waterreservoir dagelijks te reinigen en het water ook dagelijks te verversen.
•Reinig dagelijks de koffiepoederdosering:
- Het meegeleverde penseel nemen en de doseerunit reinigen (fig.18).
•Gebruik een zacht vochtige doek voor de reiniging van het apparaat (fig.19).
•Reinig de serviceruimte en de uitloopgroep.
•Wij raden aan dagelijks de lekbak (12) en de afvalbak voor de koffieprut (10) te ledigen en te reinigen: om deze bewerking uit te voeren, moet het voorpaneel (fig.20) geopend worden en de lekbak (fig.21) verwijderd; vervolgens de lediging en de reiniging van alle onderdelen uitvoeren.
•De koffie afgifte dient voor de reiniging verwijderd te worden (fig.24):
-Plaats de koffiemondstukken ervan omlaag
-Pak het gedeelte vast zoals in fig.24 getoond wordt en verwijder het uit de zitting.
-Reinig alles met warm water.
10.1 Uitloopgroep
De uitloopgroep (17) dient iedere keer gereinigd te worden, indien het koffiereservoir met koffiebonen gevuld wordt, of in ieder geval één keer per week.
•Het apparaat d.m.v. de schakelaar (7) in positie (O) uitschakelen en de stekker uit het stopcontact halen.
•Open het servicedeurtje (15), vervolgens verwijder de lekbak (12) en tenslotte de afvalbak voor het koffieprut.
•De uitloopgroep d.m.v. de daarvoor voorziene handvat verwijderen en op de toets “PUSH” drukken (fig.22).
•Zich ervan verzekeren dat de beide stalen filters vrij van iedere koffierest zijn. De bovenste filter kan tegen de wijzers van de klok
NEDERLAND
afgeschroefd worden, de plastic stift kan met de meegeleverde sleutel verwijderd worden (fig.23).
•De uitloopgroep mag enkel met warm water zonder afwasmiddel gereinigd worden. Vervolgens deze wassen en nauwkeurig alle onderdelen afdrogen.
•De filter terug aanbrengen en opnieuw vastschroeven, zoals ook de plastic stift d.m.v. de meegeleverde sleutel.
•Zorgvuldig de binnenruimte van het apparaat reinigen.
•Opnieuw de uitloopgroep in de daarvoor voorziene ruimte d.m.v. het handvat invoegen tot hij volkomen vastgehaakt is.
•Voeg de afvalbak voor de koffieprut en de rooster in de lekbak en dan in het apparaat.
•Sluit het paneel (15).
11 ONTKALKEN
De vorming van kalksteen gebeurt door het gebruik van het apparaat; de ontkalking dient alle
Indien men het ontkalken zelf wenst uit te voeren, kan een onvergiftig en/ of onschadelijk ontkalkingproduct voor
koffieapparaten uit de handel gebruikt worden.
Opgelet! In geen geval azijn als ontkalkingmiddel gebruiken.
Voor het ontkalken van het apparaat als volgt handelen:
•Het ontkalkingmiddel met water vermengen, zoals aangeduid in de gebruiksaanwijzingen van het ontkalkingmiddel en het waterreservoir vullen.
•Schakel het apparaat d.m.v. de hoofdschakelaar (7) in.
•De toets (26) gedurende tenminste 5 seconden drukken om de functie te kiezen; de led blijft branden.
•Plaats de stoompijp (14) in de lekbak.
•Plaats een geschikt reservoir onder de
• 94 • | • 95 • |