GEBRUIK VAN DE EFFECTFUNCTIE

7Raak de beat-toets aan om de vermenigvuldigingsfacotor van de beat te kiezen voor synchronisatie van het effect.

Kies het beat-nummer dat berekend is op basis van de BPM.

De gekozen beat-toets licht op.

Er wordt automatisch een effecttijd ingesteld die overeenkomt met de vermenigvuldigingsfactor van de beat.

[Voorbeeld] Bij BPM=120 1/1 = 500 ms

1/2 = 250 ms 2/1 = 1000 ms

8Zet de effect EFFECT ON/OFF toets op ON om het effect toe te passen.

Telkens wanneer op de toets wordt gedrukt, zal het effect omschakelen tussen ON en OFF (bij het inschakelen van het apparaat komt de functie op OFF te staan).

Wanneer de effectfunctie op ON staat, knippert de toets.

Tekstbank

Draai aan de VIDEO FX PATTERN/TEXT BANK knop om een TEXT BANK te kiezen.

Parameter 1

Draai aan de TIME/PARAMETER knop om de tijdelijke parameters van het gekozen effect in te stellen.

Voor een beschrijving van de wijziging van parameter 1 bij het ronddraaien van de TIME/PARAMETER knop, wordt u verwezen naar blz. 30.

Parameter 2

Draai aan de LEVEL/DEPTH knop om de kwantitatieve parameters van het gekozen effect in te stellen.

Voor een beschrijving van de wijziging van parameter 2 bij het ronddraaien van de LEVEL/DEPTH knop, wordt u verwezen naar blz. 30.

BEWERKEN VAN TEKST

 

 

 

 

5

4

3

2

1

 

 

 

 

 

6

 

 

 

 

 

7

 

 

 

 

13

8

12

10 118

 

16

9

 

17

 

156

186

14

 

 

 

19

20

 

 

 

 

 

1

[EXIT] toets

Raak deze toets aan om het TEXT EDIT

 

 

scherm te verlaten en terug te keren naar

 

 

het TEXT effectscherm.

 

 

 

2

[FACTORY TEXT]

Raak deze toets aan om de op de fabriek

 

toets

ingestelde tekstgegevens te laden.

 

 

 

3

[LOAD] toets

Raak deze toets aan om tekstgegevens

 

 

vanaf een SD-kaart te laden.

 

 

 

4[SAVE] toets Gebruik deze toets om de tekst die in de TEXT BANK is ingevoerd op een SD-kaart op te slaan.

5

TEXT BANK

Draai aan de VIDEO FX PATTERN/TEXT

 

 

display

BANK knop om een TEXT BANK te kiezen

 

 

 

die u wilt bewerken uit de 10 beschikbare

 

 

 

mogelijkheden.

 

 

 

 

 

6

[TEXT BANK]

Gebruik deze toets om de ingevoerde

 

 

toetsen

tekst op te slaan.

 

 

 

Raak de toets ook aan om de ingevoerde

 

 

 

tekst weer op te roepen.

 

 

 

 

 

7

[FONT] toets

Raak deze toets aan om het lettertype van

 

 

 

de tekst te veranderen. Het lettertype

 

 

 

verandert telkens wanneer de toets wordt

 

 

 

aangeraakt.

 

 

 

 

 

8

[COLOR] toets

Raak deze toets aan om de kleur van de

 

 

 

ingevoerde tekst te veranderen. De kleur

 

 

 

verandert telkens wanneer de toets wordt

 

 

 

aangeraakt.

 

 

 

 

 

9

[SIZE] toets

Raak deze toets aan om de grootte van de

 

 

 

ingevoerde tekst te veranderen. De

 

 

 

grootte verandert telkens wanneer de

 

 

 

toets wordt aangeraakt.

 

 

 

 

 

10

Karaktertoets

Raak deze toets aan om het karakter van

 

 

 

de ingevoerde tekst te veranderen. Het

 

 

 

karakter verandert telkens wanneer de

 

 

 

toets wordt aangeraakt.

 

 

 

 

 

11

Uitlijningstoets

Raak deze toets aan om de tekst naar links

 

 

 

uit te lijnen, te centreren, of naar rechts uit

 

 

 

te lijnen. De uitlijning verandert telkens

 

 

 

wanneer de toets wordt aangeraakt.

 

 

 

 

 

12

TEXT BOX

Hier wordt de ingevoerde tekst

 

 

 

weergegeven.

 

 

 

 

 

13

TEXT

Dit is een monitor voor het TEXT effect.

 

 

effectmonitor

 

 

 

 

 

 

14

Teksttype-

Gebruik deze toetsen om het teksttype te

Nederlands

 

keuzetoetsen

veranderen.

 

 

 

 

 

 

15

[CAPS] / [PAGE]

Raak deze toets aan voor het

 

 

toets

omschakelen tussen hoofdletters en

 

 

 

kleine letters en tussen weergave van

 

 

 

pagina 1 en 2.

 

 

 

 

 

16

Cursortoetsen

Gebruik deze toetsen om de cursor te

 

 

(<, >)

verplaatsen.

 

 

 

 

 

17

Nieuwe-regel

Raak deze toets aan om een nieuwe regel

 

 

toets (LF)

te maken.

 

 

 

 

 

18

[DELETE] toets

Raak deze toets aan om ingevoerde tekst

 

 

 

te wissen. De tekst waarop de cursor staat

 

 

 

wordt gewist. Houd de toets ingedrukt om

 

 

 

alle tekst te wissen.

 

 

 

 

 

19

[BACK SPACE]

Raak deze toets aan om ingevoerde tekst

 

 

toets

te wissen. De tekst vóór de cursor wordt

 

 

 

gewist.

 

 

 

 

 

20

Tekstinvoertoets

Raak deze toets aan om tekst in te voeren.

 

21

Du

Page 205
Image 205
Pioneer Sound & Vision MIxer operating instructions Tekstbank