Bediening | nl |
|
Tips voor het maaien en opvangen van gras
1.Om een gazon er beter gemaaid uit te laten zien controleert u of het maaidek waterpas staat. Zie “Het maaidek waterpas zetten” in het hoofdstuk “Onderhoud”.
2.Om het maaidek mooi horizontaal te laten maaien zorgt u ervoor dat de banden de correcte bandenspanning hebben.
3.Controleer het maaiblad telkens wanneer u de zitmaaier gebruikt. Als het blad gebogen of beschadigd is, vervangt u het meteen. Vergewis er u ook van dat de moer van het blad stevig vastzit.
4.Houd het blad/de bladen scherp. Afgesleten bladen zorgen ervoor dat het uiteinde van het gras bruin wordt.
5.Maai geen gras dat nat is en vang ook geen nat gras op. Nat gras kan niet naar behoren worden afgevoerd. Laat het gras drogen voor u het maait.
6.Gebruik de linkerkant van het maaidek om het gras langs een object te maaien.
7.Voer het gemaaide gras af op het gemaaide gebied. Het resultaat is een gelijkmatigere afvoer van gemaaid gras.
8.Wanneer u een grote oppervlakte maait, begint u met naar rechts te draaien zodat het gemaaide gras weg van struiken, omheiningen, oprijlanen, enz. wordt afgevoerd. Na een of twee rondjes maait u in de tegenovergestelde richting en draait u naar links tot u klaar bent.
9.Als het gras erg lang is, maait u het in twee keer om de motor minder te belasten. Maai een eerste keer met het maaidek in de hoogste stand en laat het maaidek vervolgens zakken voor de tweede beurt.
10.Voor betere motorprestaties en een gelijkmatige afvoer van gemaaid gras laat u de motor altijd draaien met de gasklephendel in de stand SNEL.
11.Wanneer u een grasvanger gebruikt laat u de motor draaien met de gasklephendel in de stand SNEL en kiest u met het rijsnelheidspedaal een lage rijsnelheid.
12.Voor betere maaiprestaties en een kwalitatief maairesultaat zet u het rijsnelheidspedaal in een van de tragere standen.
13.Maak na elk gebruik de onder- en bovenkant van het maaidek schoon voor betere prestaties. Als het maaidek schoon is helpt dat ook branden te voorkomen.
Tips voor het mulchen
Als u een mulchhulpstuk gebruikt wordt het gras in erg kleine stukjes gesneden. Die kleine stukjes breken snel af. Omdat de voedingsstoffen naar de bodem terugkeren heeft uw gazon minder meststof nodig. Om het gras correct te mulchen volgt u de onderstaande stappen.
1.Zet de gasklephendel in de stand SNEL. Laat de zitmaaier met een lage snelheid rijden. Als de rijsnelheid te hoog is zal het maairesultaat niet gelijkmatig zijn.
2.Zorg ervoor dat het blad altijd scherp is. Een bot blad zorgt ervoor dat het uiteinde van het gras bruin wordt.
3.Vergewis u ervan dat het gras droog is. Nat gras is moeilijk te maaien.
4.Stel de hoogte van het maaidek zo in dat alleen het bovenste derde van het gras wordt weggemaaid. Als het gras te lang is stelt u de hoogte van het maaidek in op de hoogste stand. Vervolgens laat u het maaidek zakken voor een tweede maaibeurt. Maai ook met slechts de helft van de maaidekbreedte in plaats van de volledige breedte te gebruiken.
5.Maak de onderkant van het maaidek schoon. Gras en ander afvalmateriaal kunnen er de oorzaak van zijn dat de zitmaaier niet naar behoren werkt.
6.Als het gras snel groeit, mulcht u vaker.
7.Als het resultaat op een bepaalde plaats beter moet zijn, mulcht u een tweede keer.
21