Kort snijgoed (tot ca. 1 cm lengte) kan na het maaien blijven liggen. Langer snijgoed moet weggehaald worden zodat het gazon niet geel wordt en vervilt.
Het gazon voor de eerste keer NL in het voorjaar maaien zodra het
gras begint te groeien en het gazon betreden kan worden. Als het gras te lang is geworden, eerst in één richting met hoge
Het maaien
Alleen met scherpe, onbescha- digde messen maaien zodat de grashalmen niet gaan rafelen en het gazon geel wordt.
Maaihoogte moet zo mogelijk altijd minstens 3 – 4 cm bedragen, omdat de halm aan de onderkant wit van kleur is en bij een te grote maai- hoogte het gazonoppervlak er niet mooi groen uitziet. De halm droogt dan vooral in de zomer te snel uit.
Wanneer u op niveau 1 maait (dit niveau is alleen geschikt voor siergazon en bijzonder vlakke oppervlaktes), moet u het gras na het maaien goed natmaken, anders droogt het gras uit en wordt geel.
Het
Om een mooi snijbeeld te krijgen het apparaat met aangepaste snel- heid in zo mogelijke rechte banen voeren. Daarbij moeten de banen elkaar altijd met een paar centi- meter overlappen zodat er geen strepen blijven staan.
Til nooit een grasmaaier met lopende motor op.
Zet de motor uit en trek de stekker uit het stopcontact als u op een vreemd voorwerp stoot. Kijk of de maaier beschadigd is en repareer deze indien nodig voordat u opnieuw start en met de maaier gaat werken; als de maaier onge- woon sterk begint te vibreren, moet hij direct gecontroleerd worden.
Opmerking:
Op hellingen moet de snijbaan dwars op de helling liggen.
Door het apparaat enigszins dwars naar boven te zetten kan voor- komen worden dat het wegglijdt. Maai niet op overmatig steile hellingen en wees bijzonder voor- zichtig als u de rijrichting op de helling wilt veranderen.
De onderkant van het maaierhuis moet regelmatig schoongemaakt worden. Grasafzettingen moeten weggehaald worden. Afzettingen bemoeilijken het starten, beïnvloe- den de maaikwaliteit en de gras- uitworp.
Zet de motor uit als u de maaier achterlaat.
Maaien met de grasvangbox
Zodra tijdens het maaien gras- resten op het gazon blijven liggen, of de vulstandindicatie (Afb. I Pos. 17) FULL weergeeft, is de opvangbak vol en moet leegge- maakt worden.
Opmerking bij de vulstandindicatie: Bij instelling op de laagste snij- hoogte kan de vulstandindicatie onder bijzondere omstandigheden belemmerd worden.
Handhaving van de opvangbak
Open om de opvangbak uit de machine te nemen de multifunctio- nele box (Afb. H Pos. 5), hef de opvangbak (Afb. H Pos. 14) van boven vooraan in het greepbereik op, zodat het snijgoed in de opvangbak blijft.
Na het leegmaken plaatst u de opvangbak eerst achteraan tussen de geleiding rechts en links, dan vooraan in het greepbereik. Wanneer de opvangbak correct werd geplaatst, sluit de multifunc- tionele box aan de behuizing aan.
Opgelet! Voordat de vang- Akorf eraf gehaald wordt de motor uitzetten en wachten tot het snijgereedschap stilstaat.
Opmerking:
Om te zorgen dat hij goed gevuld kan worden, moet de vangbox en in het bijzonder het luchtrooster na gebruik schoongemaakt worden. Houd ook de beluchtings- sleuven (Afb. A Pos. 9) en de raak- vlakken van de opvangbak aan de behuizing vrij van afzettingen.
Opgelet! Snijgoedresten in Ahet maaihuis niet met de hand weghalen maar met geschikte hulpmiddelen, zoals bijv. borstel of handbezem.
Maaien zonder grasvangkorf
Door het hoge uitwerpbereik achteraan wordt het snijgoed tijdens het maaien gelijkmatig over het gazon verspreid.
Bij het maaien zonder opvangbak kan de indicatie van de vulstand niet weergegeven worden.
9. Verzorging, onderhoud en opslag
Onderhoud
Het onderhoud omvat werkzaam- heden die het apparaat in correcte toestand houden. Door regelmatige controle (of schroefverbindingen nog stevig vast zitten, op scheuren,
beschadigingen) en het vervangen van beschadigde of versleten onderdelen worden ongevallen en apparaatuitval voorkomen.
Reparaties mogen alleen door servicepunten die door de fabri-
kant zijn geautoriseerd of geautori- seerde vakhandels uitgevoerd wor- den.
Er zit een lijst met servicepunten bij het apparaat.
30