Mise AU Point AUTOMATIQUE/MANUELLE

enregistrement de base

•La fonction MAP auto/M.Focus fonctionne en modes Camera(Cam) et M.Cam. ➥page 18

•Il est préférable, dans la plupart des cas, d'utiliser la mise au point automatique car elle vous permet de vous concentrer sur la partie créative de votre enregistrement.

•La mise au point manuelle peut s'avérer nécessaire dans certains cas où la mise au point automatique est difficile ou peu fiable.

•Réglez les fonctions MAP auto/M.Focus à l'aide du pavé uniquement.

MAP auto		a
•	Si vous n'êtes pas familiarisé(e) avec les caméscopes,	a
	nous vous conseillons d'utiliser la mise au point
	automatique.
M.Focus
•	Dans les cas suivants, il est possible que vous obteniez	c
	de meilleurs résultats en faisant la mise au point	c
a.	manuellement :
a.	image comportant plusieurs objets, certains proches du
b.	caméscope, d'autres plus éloignés ;
b.	sujet enveloppé par le brouillard ou se détachant sur un
c.	fond enneigé ;
c.	surfaces brillantes ou luisantes comme une carrosserie
d.	de voiture ;
d.	sujet ou objet se déplaçant de manière constante et rapide, tel un sportif ou

une foule.

eenvoudige opnamen maken

AUTOMATISCH/HANDMATIG SCHERPSTELLEN

•De functie voor automatisch en handmatig scherpstellen kan worden gebruikt in de standen Camera en M.Cam ➥ pagina 18

•In de meeste situaties wordt gebruik van de functie voor automatisch scherpstellen aangeraden, zodat u zich kunt concentreren op de creatieve kant van het opnemen.

•Onder bepaalde omstandigheden is automatisch scherpstellen moeilijk of onbetrouwbaar; dan moet u handmatige scherpstelling gebruiken.

•Pas de functies voor automatisch en handmatig scherpstellen alleen aan met de joystick.

bAutom. scherpstellen

•Als u nog niet veel ervaring hebt met camcorders, raden wij u aan automatisch scherp te stellen.

	Handmatig scherpstellen
d	•	In de volgende situaties krijgt u betere resultaten door
d	a.	het apparaat handmatig scherp te stellen.
	a.	Als u een opname maakt van meerdere onderwerpen,
	b.	sommige dichtbij de camcorder, andere verder weg.
	b.	Als het onderwerp zich in de sneeuw of in de mist
	c.	bevindt.
	c.	Als u sterk glanzende of glimmende oppervlakken filmt,
	d.	zoals een auto.
	d.	Als mensen of objecten continu bewegen, zoals een