Plaatsen van deurpanelen.

Lees alle instructies heel aandachtig.

Plaatsen van panelen van vriesvak en van koelgedeelte.

Duw het paneel van het vriesvak voorzichtig in totdat het in de gleuf achter de deurhandgreep schuift. Duw het vulpaneel (vereist voor bepaalde deurpanelen) achter het decoratieve paneel. Doe hetzelfde met het paneel van het koelgedeelte.

Indien uw model is uitgerust met een verdeler, geldt deze stap uitsluitend voor het paneel van het koelgedeelte en het bovenste paneel van het vriesvak.

Plaatsen van onderste paneel van vriesvak (voor modellen met een verdeler).

Duw het paneel van het vriesvak voorzichtig in totdat het in de gleuf achter de deurhandgreep schuift.

Duw het vulpaneel (vereist voor bepaalde deurpanelen) achter het decoratieve paneel.

Bevestigen van bovenste siergedeelte op vriesvak en deuren van koelgedeelte.

Het bovenste siergedeelte bevindt zich binnen in het koelgedeelte.

Bevestig het bovenste siergedeelte met een T-20 Torx- schroevendraaier en twee schroeven aan de bovenzijde

van iedere deur. Haal ze niet vast aan. Zorg ervoor dat de bovenkant van elk paneel goed past onder de rand van het bovenste siergedeelte.

Schroeven van bovenste siergedeelte

Schroeven

van bovensteUitsnijding siergedeelte

Uitsnijding

Bovenste paneel van vriesvak

Onderste paneel van vriesvak

Sierpaneel zijkant

Paneel van koelgedeelte

Sierpaneel zijkant

234

Page 234
Image 234
GE 21, 23, 25, 27, 29 Plaatsen van deurpanelen, Plaatsen van panelen van vriesvak en van koelgedeelte

21, 23, 25, 27, 29 specifications

The GE 21, 23, 25, 27, and 29 series of locomotives represent a significant evolution in diesel-electric technology, showcasing General Electric's commitment to innovation and performance in the rail industry. These models, produced from the late 20th century to the early 21st century, are designed to meet a variety of operational needs.

The GE 21, introduced in the early 1990s, was notable for its efficiency and reliability. It utilized a 12-cylinder engine coupled with GE's innovative software systems, allowing for enhanced fuel economy and lower emissions. The locomotive's modular design enabled easy maintenance, which was a significant advantage for rail operators looking to minimize downtime.

Moving to the GE 23, this model offered increased power and improved traction systems, reflecting the industry's demand for stronger and faster trains. With an upgraded traction control system, the GE 23 provided better performance on challenging grades and under various load conditions. Its spacious cab and ergonomic controls also emphasized operator comfort and productivity.

The GE 25 built upon the successes of its predecessors, featuring advanced microprocessor controls and a more robust engine. This model was designed with higher horsepower, making it suitable for heavy freight operations. The GE 25’s aerodynamic design reduced drag, enhancing fuel efficiency during long hauls. Additionally, the locomotive included state-of-the-art diagnostic systems, allowing for real-time monitoring of performance metrics.

In the evolution of these series, the GE 27 introduced even more technological advancements, including improved lightweight materials and enhanced safety features. This model could accommodate various cargo types and was compatible with modern signaling systems, making it versatile for different rail networks. The GE 27 was designed with sustainability in mind, further reducing emissions and adhering to stricter environmental regulations.

Finally, the GE 29 series marked a major leap forward with the integration of cutting-edge digital technology. These locomotives featured predictive maintenance capabilities, allowing operators to foresee potential mechanical issues before they resulted in failures. The GE 29 series also placed a strong emphasis on energy efficiency, incorporating regenerative braking systems that harness energy during braking for reuse.

Overall, the GE 21, 23, 25, 27, and 29 locomotives reflect General Electric’s ability to innovate continually, combining power, efficiency, and advanced technology to meet the changing demands of the rail industry. Each model brought unique features and improvements, ultimately enhancing the performance and reliability of rail freight services.