Verwijderen en terugplaatsen van de deuren.

Wanneer de koelkast wordt geïnstalleerd of verplaatst, kan het zijn dat de deuren moeten worden verwijderd zodat de koelkast door een deuropening kan worden geschoven of gedragen.

Verwijderen van de deuren

Zorg ervoor dat de deuren gesloten zijn en de stekker van de koelkast niet in een stopcontact zit.

Ontkoppelen van waterleiding en bedradingsbundel. Druk naast het laagste scharnier aan de zijde van het vriesvak de kraag aan beide zijden van het koppelstuk in en trek de waterbuis van de koppeling. Ontkoppel ook de bedradingsbundel. Trek de waterbuis en de bundel door de onderste rail.

Verwijderen van scharnierafdekking en scharnieren.

Om bij de scharnieren te kunnen, moet u de scharnierafdekking verwijderen. Neem het deksel aan beide zijden bij de achterkant vast om het te verwijderen. Druk op het deksel, en til het eerst achteraan en daarna vooraan omhoog.

Bedradingsbundel

Kragen

N.B.: Gebruik GEEN schroevendraaier om het deksel te verwijderen. LET EROP dat u het uitsteeksel aan de achterkant van de scharnierafdekking niet breekt. Verwijder de scharnieren met een Torx T-20-schroevendraaier.

Verwijderen van de deuren.

Open de deur voorzichtig tot 90°. Til de deur recht op en houd daarbij de ontkoppelde waterbuis en de bedradingsbundel vast.

N.B.: Indien de deur niet recht wordt opgetild, kan het onderste scharnier worden beschadigd. Plaats de deuren op een beschermd oppervlak.

N.B.: Knel de waterbuis en de bedradingsbundel niet aan de onderzijde van de deur.

N.B.: Zorg ervoor dat de connector de vloer niet raakt. Ten gevolge van hard contact kan de connector worden beschadigd. Zie ‘Terugplaatsen van de deuren’.

Terugplaatsen van de deuren

90

Scharnierafdekking

Deur

Plaatsen van deuren op onderste scharnieren. Open de deur 90° en laat de deur recht zakken op het onderste scharnier. Sluit de deur voorzichtig.

N.B.: Indien u de deur niet recht op het onderste scharnier laat zakken, kan het scharnier worden beschadigd

N.B.: Zorg ervoor dat de connector de vloer niet raakt. Ten gevolge van hard contact kan de connector worden beschadigd.

Terugplaatsen van bovenste scharnieren en scharnierafdekking. Monteer de bovenste scharnieren opnieuw met behulp van een Torx T-20-schroevendraaier. Plaats de scharnierafdekking terug. Indien de deuren niet horizontaal hangen, moet u het onderste scharnier rechts met een steeksleutel van 7/16″ regelen.

Opnieuw aankoppelen van waterbuis en bedradingsbundel.

Plaats de waterbuis in de koppeling en zorg ervoor dat hij er zo ver mogelijk is ingeduwd zodat de markering op de buis niet meer zichtbaar is. Koppel de bedradingsbundel opnieuw aan.

Breng de watertoevoer op gang en plaats de stekker van de koelkast opnieuw in een stopcontact.

Scharnierpen

Connector

236

Page 236
Image 236
GE 21, 23, 25, 27, 29 Verwijderen en terugplaatsen van de deuren, Verwijderen van de deuren, Terugplaatsen van de deuren

21, 23, 25, 27, 29 specifications

The GE 21, 23, 25, 27, and 29 series of locomotives represent a significant evolution in diesel-electric technology, showcasing General Electric's commitment to innovation and performance in the rail industry. These models, produced from the late 20th century to the early 21st century, are designed to meet a variety of operational needs.

The GE 21, introduced in the early 1990s, was notable for its efficiency and reliability. It utilized a 12-cylinder engine coupled with GE's innovative software systems, allowing for enhanced fuel economy and lower emissions. The locomotive's modular design enabled easy maintenance, which was a significant advantage for rail operators looking to minimize downtime.

Moving to the GE 23, this model offered increased power and improved traction systems, reflecting the industry's demand for stronger and faster trains. With an upgraded traction control system, the GE 23 provided better performance on challenging grades and under various load conditions. Its spacious cab and ergonomic controls also emphasized operator comfort and productivity.

The GE 25 built upon the successes of its predecessors, featuring advanced microprocessor controls and a more robust engine. This model was designed with higher horsepower, making it suitable for heavy freight operations. The GE 25’s aerodynamic design reduced drag, enhancing fuel efficiency during long hauls. Additionally, the locomotive included state-of-the-art diagnostic systems, allowing for real-time monitoring of performance metrics.

In the evolution of these series, the GE 27 introduced even more technological advancements, including improved lightweight materials and enhanced safety features. This model could accommodate various cargo types and was compatible with modern signaling systems, making it versatile for different rail networks. The GE 27 was designed with sustainability in mind, further reducing emissions and adhering to stricter environmental regulations.

Finally, the GE 29 series marked a major leap forward with the integration of cutting-edge digital technology. These locomotives featured predictive maintenance capabilities, allowing operators to foresee potential mechanical issues before they resulted in failures. The GE 29 series also placed a strong emphasis on energy efficiency, incorporating regenerative braking systems that harness energy during braking for reuse.

Overall, the GE 21, 23, 25, 27, and 29 locomotives reflect General Electric’s ability to innovate continually, combining power, efficiency, and advanced technology to meet the changing demands of the rail industry. Each model brought unique features and improvements, ultimately enhancing the performance and reliability of rail freight services.