Rekken en bakken.

Niet alle modellen hebben alle kenmerken.

Verdeling Manden in diepvriesgedeelte

Verwijderen: Duw de mand volledig tot aan de achterkant van het diepvriesgedeelte. Til omhoog totdat de pennen achteraan loskomen. Til de hele mand omhoog en trek hem uit.

De verdeling kan worden gebruikt om pakjes met eetwaren te ordenen. Klap voor grotere pakken het tussenschot gewoon neer.

Zorg ervoor dat u de manden helemaal naar achteren duwt alvorens de deur te sluiten.

WAARSCHUWING: Indien u in het diepvriesgedeelte geen mandjes gebruikt, kunt u slechtere resultaten krijgen. Wanneer in het diepvriesgedeelte voeding wordt opgeslagen zonder dat mandjes worden gebruikt, is het mogelijk dat de vereiste temperaturen niet worden bereikt omdat in het vriesvak de luchtstroom wordt belemmerd.

Manden in vriesvak

Verwijderen: Schuif de mand uit tot aan de stop, til de voorzijde over de stop en schuif de mand verder uit.

Zorg ervoor dat u de manden helemaal naar achteren duwt alvorens de deur te sluiten.

WAARSCHUWING: Indien u in het diepvriesgedeelte geen mandjes gebruikt, kunt u slechtere resultaten krijgen. Wanneer in het diepvriesgedeelte voeding wordt opgeslagen zonder dat mandjes worden gebruikt, is het mogelijk dat de vereiste temperaturen niet worden bereikt omdat in het vriesvak de luchtstroom wordt belemmerd.

Uitschuifbare rekken in vriesvak

Verwijderen: Schuif het rek uit tot aan de stop, til de voorzijde over de stop en schuif het rek verder uit.

Zorg ervoor dat u de rekken helemaal naar achteren duwt alvorens de deur te sluiten.

Vaste rekken in vriesvak

Er zijn twee soorten vaste rekken in het vriesvak.

Verwijderen van dit soort rek:

Til de linker kant van het rek op. Trek het rek eruit.

Verwijderen van dit soort rek:

Til de linkerkant van het rek op en laat het links naar het midden van het rek gaan.

Draai de rechterkant van het rek omhoog en neem het uit de steunen.

224

Page 224
Image 224
GE 21, 23, 25, 27, 29 Verdeling Manden in diepvriesgedeelte, Manden in vriesvak, Uitschuifbare rekken in vriesvak

21, 23, 25, 27, 29 specifications

The GE 21, 23, 25, 27, and 29 series of locomotives represent a significant evolution in diesel-electric technology, showcasing General Electric's commitment to innovation and performance in the rail industry. These models, produced from the late 20th century to the early 21st century, are designed to meet a variety of operational needs.

The GE 21, introduced in the early 1990s, was notable for its efficiency and reliability. It utilized a 12-cylinder engine coupled with GE's innovative software systems, allowing for enhanced fuel economy and lower emissions. The locomotive's modular design enabled easy maintenance, which was a significant advantage for rail operators looking to minimize downtime.

Moving to the GE 23, this model offered increased power and improved traction systems, reflecting the industry's demand for stronger and faster trains. With an upgraded traction control system, the GE 23 provided better performance on challenging grades and under various load conditions. Its spacious cab and ergonomic controls also emphasized operator comfort and productivity.

The GE 25 built upon the successes of its predecessors, featuring advanced microprocessor controls and a more robust engine. This model was designed with higher horsepower, making it suitable for heavy freight operations. The GE 25’s aerodynamic design reduced drag, enhancing fuel efficiency during long hauls. Additionally, the locomotive included state-of-the-art diagnostic systems, allowing for real-time monitoring of performance metrics.

In the evolution of these series, the GE 27 introduced even more technological advancements, including improved lightweight materials and enhanced safety features. This model could accommodate various cargo types and was compatible with modern signaling systems, making it versatile for different rail networks. The GE 27 was designed with sustainability in mind, further reducing emissions and adhering to stricter environmental regulations.

Finally, the GE 29 series marked a major leap forward with the integration of cutting-edge digital technology. These locomotives featured predictive maintenance capabilities, allowing operators to foresee potential mechanical issues before they resulted in failures. The GE 29 series also placed a strong emphasis on energy efficiency, incorporating regenerative braking systems that harness energy during braking for reuse.

Overall, the GE 21, 23, 25, 27, and 29 locomotives reflect General Electric’s ability to innovate continually, combining power, efficiency, and advanced technology to meet the changing demands of the rail industry. Each model brought unique features and improvements, ultimately enhancing the performance and reliability of rail freight services.