Zorg voor gepaste aarding vóór gebruik.

WAARSCHUWING!

AANSLUITING OP HET STROOMNET

Aan het uiteinde van het netsnoer van dit apparaat zit een massacontactpen die in een gewoon geaard stopcontact past. Daardoor wordt de kans op een elektrische schok via dit apparaat verminderd.

Laat een bevoegde elektricien het stopcontact en het circuit controleren en nagaan of het stopcontact goed geaard is.

Als een stopcontact niet geaard is, bent u er zelf verantwoordelijk voor het te laten vervangen door een goed geaard stopcontact.

De koelkast moet altijd zijn eigen stopcontact hebben en mag er geen delen met andere apparaten. Zo werkt de koelkast het best en

vermijdt u

Massacontactpen

overbelasting van de

 

circuits van de woning. Door oververhitte draden kan namelijk brand ontstaan. Raadpleeg de typeplaat van de koelkast voor de juiste spanning, wattage en frequentie. Indien de stekker van de koelkast niet in het stopcontact past, moet het apparaat worden voorzien van een nieuwe stekker.

BELANGRIJK: Elektrische stekkers en kabels moeten worden aangepast door een bevoegde technicus of monteur. In bepaalde landen mogen ze uitsluitend door een bevoegde technicus worden aangepast.

Als het netsnoer beschadigd is, moet het om veiligheidsredenen worden vervangen door een bevoegde monteur.

Trek nooit de stekker uit het stopcontact door aan het netsnoer te trekken. Neem altijd de stekker stevig vast en trek hem recht uit het stopcontact.

Herstel of vervang onmiddellijk alle versleten of beschadigde snoeren. Gebruik geen snoer met scheurtjes of slijtage aan of tussen de twee uiteinden.

Rol de koelkast niet over het snoer of beschadig het niet wanneer u hem van de muur wegschuift.

Vervanging van de hoofdkabel

Als de hoofdkabel van de koelkast ooit dient te worden vervangen, moet hij door een bij uw dealer verkrijgbare speciale kabel worden vervangen.

Als u de kabel heeft beschadigd, worden kosten aangerekend voor het vervangen van die kabel.

De koelkast moet zo opgesteld staan dat u bij de stekker kunt.

LEES DEZE VEILIGHEIDSINFORMATIE HEEL AANDACHTIG.

BEWAAR DEZE INSTRUCTIES

215

Page 215
Image 215
GE 21, 23, 25, 27, 29 installation instructions Aansluiting OP HET Stroomnet, Vervanging van de hoofdkabel

21, 23, 25, 27, 29 specifications

The GE 21, 23, 25, 27, and 29 series of locomotives represent a significant evolution in diesel-electric technology, showcasing General Electric's commitment to innovation and performance in the rail industry. These models, produced from the late 20th century to the early 21st century, are designed to meet a variety of operational needs.

The GE 21, introduced in the early 1990s, was notable for its efficiency and reliability. It utilized a 12-cylinder engine coupled with GE's innovative software systems, allowing for enhanced fuel economy and lower emissions. The locomotive's modular design enabled easy maintenance, which was a significant advantage for rail operators looking to minimize downtime.

Moving to the GE 23, this model offered increased power and improved traction systems, reflecting the industry's demand for stronger and faster trains. With an upgraded traction control system, the GE 23 provided better performance on challenging grades and under various load conditions. Its spacious cab and ergonomic controls also emphasized operator comfort and productivity.

The GE 25 built upon the successes of its predecessors, featuring advanced microprocessor controls and a more robust engine. This model was designed with higher horsepower, making it suitable for heavy freight operations. The GE 25’s aerodynamic design reduced drag, enhancing fuel efficiency during long hauls. Additionally, the locomotive included state-of-the-art diagnostic systems, allowing for real-time monitoring of performance metrics.

In the evolution of these series, the GE 27 introduced even more technological advancements, including improved lightweight materials and enhanced safety features. This model could accommodate various cargo types and was compatible with modern signaling systems, making it versatile for different rail networks. The GE 27 was designed with sustainability in mind, further reducing emissions and adhering to stricter environmental regulations.

Finally, the GE 29 series marked a major leap forward with the integration of cutting-edge digital technology. These locomotives featured predictive maintenance capabilities, allowing operators to foresee potential mechanical issues before they resulted in failures. The GE 29 series also placed a strong emphasis on energy efficiency, incorporating regenerative braking systems that harness energy during braking for reuse.

Overall, the GE 21, 23, 25, 27, and 29 locomotives reflect General Electric’s ability to innovate continually, combining power, efficiency, and advanced technology to meet the changing demands of the rail industry. Each model brought unique features and improvements, ultimately enhancing the performance and reliability of rail freight services.