BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE.

LEES ALLE INSTRUCTIES VÓÓR GEBRUIK.

WAARSCHUWING!

Gebruik dit apparaat uitsluitend waarvoor het is bedoeld en volg de instructies van deze handleiding.

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

Bij het gebruik van elektrische apparaten, moet u de volgende basisveiligheidsvoorschriften opvolgen:

Installeer en plaats deze koelkast zoals het hoort, conform de installatie-instructies, voordat u het apparaat in gebruik neemt. Lees ook het hoofdstuk Aansluiting op het stroomnet.

Sta niet bovenop de koelkast. U zou zich kunnen verwonden of het apparaat beschadigen.

Laat geen kinderen spelen met de koelkast of knoeien met de bedieningselementen.

Zorg ervoor dat kinderen niet op de rekken van de koelkast klimmen, erop staan of eraan hangen. Ze zouden de koelkast kunnen beschadigen of zelf ernstige verwondingen kunnen oplopen.

Raak koude oppervlakken van het vriesvak niet aan met vochtige of natte handen. Uw huid zou aan deze bijzonder koude oppervlakken kunnen blijven plakken.

Bewaar of gebruik geen benzine of

andere ontvlambare dampen en vloeistoffen in de buurt van deze koelkast of van andere huishoudapparaten.

Vermijd bij koelkasten met een automatische ijsmachine contact met de bewegende onderdelen van de uitwerpinrichting of met het verwarmingselement dat zich onderaan de ijsmachine bevindt. Raak de automatische ijsmachine niet aan met vingers of handen wanneer de stekker van de koelkast in het stopcontact steekt.

De ijsmachine moet door een erkende onderhoudsmonteur worden geïnstalleerd.

Houd vingers uit de buurt van knelzones; er is noodzakelijkerwijs niet veel ruimte tussen de deuren en tussen deuren en kasten. Sluit deuren voorzichtig als er kinderen in de buurt zijn.

Trek de stekker uit het stopcontact voordat u de koelkast schoonmaakt of repareert.

N.B.: Het is ten zeerste aanbevolen onderhoudswerken door een bevoegde monteur te laten uitvoeren.

Trek de stekker uit het stopcontact voordat u een kapot lampje vervangt. Zo voorkomt u contact met een onder stroom staande gloeidraad. (Een kapot lampje kan tijdens het vervangen breken.)

N.B.: Als u een van de twee of beide knoppen op 0 (off – uit) draait, betekent dat niet dat de stroomtoevoer naar het lichtcircuit wordt onderbroken.

Vries ingevroren voedsel dat volledig ontdooid is geweest, niet opnieuw in.

Maak altijd de CustomCool-bak schoon na het laten ontdooien van voeding.

OPSLUITGEVAAR VOOR KINDEREN!

VERWIJDER DE KOELKAST OP DE GEPASTE MANIER

Jammer genoeg raken vandaag de dag nog altijd kinderen opgesloten in koelkasten en sterven ze door verstikking. Buiten gebruik gestelde of achtergelaten koelkasten blijven gevaarlijk… zelfs al laat u ze maar “voor een paar dagen” staan. Als u uw koelkast wilt kwijtraken, volg dan de volgende instructies op, om ongevallen te voorkomen.

Doe het volgende voordat u uw oude koelkast of diepvriezer weggooit:

Neem de deuren van het apparaat en gooi ze afzonderlijk weg.

Laat de rekken op hun plaats zitten zodat kinderen niet gemakkelijk in het apparaat kunnen

214klimmen.

Maak de eventuele vergrendeling van de koelkast onbruikbaar.

Koelmiddelen

Alle koelsystemen bevatten koelmiddelen, die volgens de wet moeten worden verwijderd voor de koelkast naar de vuilnis gaat. Als u zich van een oud koelsysteem wilt ontdoen, vraag advies hierover aan het afval bedrijf dat de koelkast ophaalt.

Page 214
Image 214
GE 21, 23, 25, 27, 29 installation instructions Waarschuwing, Koelmiddelen

21, 23, 25, 27, 29 specifications

The GE 21, 23, 25, 27, and 29 series of locomotives represent a significant evolution in diesel-electric technology, showcasing General Electric's commitment to innovation and performance in the rail industry. These models, produced from the late 20th century to the early 21st century, are designed to meet a variety of operational needs.

The GE 21, introduced in the early 1990s, was notable for its efficiency and reliability. It utilized a 12-cylinder engine coupled with GE's innovative software systems, allowing for enhanced fuel economy and lower emissions. The locomotive's modular design enabled easy maintenance, which was a significant advantage for rail operators looking to minimize downtime.

Moving to the GE 23, this model offered increased power and improved traction systems, reflecting the industry's demand for stronger and faster trains. With an upgraded traction control system, the GE 23 provided better performance on challenging grades and under various load conditions. Its spacious cab and ergonomic controls also emphasized operator comfort and productivity.

The GE 25 built upon the successes of its predecessors, featuring advanced microprocessor controls and a more robust engine. This model was designed with higher horsepower, making it suitable for heavy freight operations. The GE 25’s aerodynamic design reduced drag, enhancing fuel efficiency during long hauls. Additionally, the locomotive included state-of-the-art diagnostic systems, allowing for real-time monitoring of performance metrics.

In the evolution of these series, the GE 27 introduced even more technological advancements, including improved lightweight materials and enhanced safety features. This model could accommodate various cargo types and was compatible with modern signaling systems, making it versatile for different rail networks. The GE 27 was designed with sustainability in mind, further reducing emissions and adhering to stricter environmental regulations.

Finally, the GE 29 series marked a major leap forward with the integration of cutting-edge digital technology. These locomotives featured predictive maintenance capabilities, allowing operators to foresee potential mechanical issues before they resulted in failures. The GE 29 series also placed a strong emphasis on energy efficiency, incorporating regenerative braking systems that harness energy during braking for reuse.

Overall, the GE 21, 23, 25, 27, and 29 locomotives reflect General Electric’s ability to innovate continually, combining power, efficiency, and advanced technology to meet the changing demands of the rail industry. Each model brought unique features and improvements, ultimately enhancing the performance and reliability of rail freight services.